Activiteiten

De afgelopen weken waren weer druk… Blog-events, offline-events, festivalletje, feestjes en tussen in ook nog werken!

Wat heb k zo allemaal uitgestoken?

  • Eat&Tweet BBQ – Gezellig BBQ in Boom, met sausjes van DL, vlees van Just Eat & Drank van Jupiler! De C_concepts heeft da goed gedaan!
  • Feestje in Gent met Pierre Elitaire. Na zo lang up north gezeten te hebben, en dus enkel een twitter-Pierre te kennen was het een verdomd leuke kennismaking!
  • JongtuigIII in de Charlatan. Wederom een geslaagde Jong Tuig!
  • BBQ bij @Bunker en @Saravdv
  • Twocktails! Weer een hele hoop nieuwe mensen leren kennen, altijd leuk!
  • Cactusfestival met @Sstrid en Leen. Lamb was PRACHTIG!! Calexico was ook wel zwaar de moeite!

En verder… werken, bij de grootouders gaan, slapen, op cafe zitten, in Gent zitten.

En o ja, weinig bloggen? Bloggen is moeilijk als je geen inet meer hebt!

3R

Onlangs was ik bij Stichting Marketing voor een vergadering. Ik zit in de Expertgroep Sustainability, waar we werken rond ecologie, recyclage, en duurzaamheid. Op een gegeven moment ging het over 3R, en hoe dat kon toegepast worden.

Eigenlijk is 3R een fancy benaming voor iets dat jij en ik waarschijnlijk dagelijks toepassen. Maar toch laat ik het niet na hier een blogpostje aan te wijden, misschien kan ik op die manier een aantal mensen aansporen om nog actiever volgens 3R te leven.
“Voor wat staat 3R dan wel?” vraag je je misschien af.
3R is Reduce – Re-use – Recycle.
REDUCE
Je kan op veel gebieden reduceren (of verminderen). In de supermarkt gebruik je herbruikbare zakken, kartonnen dozen kan je gebruiken om goederen te transporteren en nadien om je oud papier te verzamelen. Oud papier kan je dan weer reduceren door op je brievenbus een sticker te kleven “Neen aan huis-aan-huisreclame”. Is het echt nodig die mail af te printen? Reduceren kan ook door de fiets te nemen of te voet te gaan in plaats van met de auto. Losse goederen voorkomen een hele hoop verpakkingsmateriaal.
RE-USE
Hergebruik kan op vele verschillende manieren. Zoals de kartonnen doos die je gebruikt voor oud papier. Maar is het oud papier wel echt “oud papier”? Of kan je het nog eens gebruiken als kladpapier? Een lege plastieken fles is een goeie mini-serre voor mensen die groenten kweken. En de onderkant die je er net hebt afgesneden is een goed zaaibakje. Meubeltjes, fietsen, elektro-toestellen die voor jou afgeleefd zijn, vinden een 2de leven via de kringloopwinkels.
RECYCLE
Zijn er zaken die je niet kan verminderen of hergebruiken, dan kan je ze waarschijnlijk wel recycleren! Recyclage bestaat op verschillende niveau’s. Heb je een huis met tuin, kijk dan eens of je plaats hebt voor een compostvat of -bak. Een hele hoop afval kan je composteren… Verzamel glas en doe het naar de glasbak. (En vergeet achteraf niet te twitteren hoeveel je hebt weggedaan, gebruik de hashtag #tweetrecycle). Oud ijzer, pmd, tuinafval, afvalhout etc kunnen allemaal terecht op het recyclagepark (voorheen heette die dingen containerpark!).
Het is hier niets nieuws wat ik vertel. Onbewust zijn er een aantal zaken die we sowieso al doen, bvb pmd verzamelen. Maar kijk eens rondom jezelf, je woonplaats… Zijn er zaken waar je een van de 3 R’s kan toepassen? Kleine ingrepen in je eigen leven zorgen voor een grote positieve invloed op je omgeving en uiteindelijk de wereld waar we in leven!
Heb je zelf tips, zet ze gerust in de comments, dan vul ik deze post aan!

Toyota iQ – een testritje

De nicht van mijn stiefpa werkt bij/voor Toyota. Onlangs stond ze voor de deur (bij mijn mama dan) met een spiksplinternieuwe Toyota iQ. Normaal heb ik het niet voor dit type wagentje, maar in tegenstelling tot een Smart of een C1 vond ik het best wel een Sexy verschijning. Na lang aarzelen kon ik mij niet meer inhouden, en vroeg de sleutels. Blijkbaar zijn die er niet…. Een klein bakje doet alles. De deuren openen, de motor starten etc. Je moet het zelfs niet uit je broekzak halen.

Mijn vrees was dat je in zo’n klein ding weinig comfort kunt hebben. Die vrees bleek snel ongegrond. Aangename zetels, genoeg ruimte rondom, goed uitzicht. Een simpele druk op de knop en het motortje sloeg aan.
Een 3cilinder 1000cc VT-i motor drijft het iQ-tje aan. 68pk in zo een “koekedoos” is helemaal niet mis. Vinnig zonder agressief te zijn, soepel als een dieseltje, vergevingsgezind. Geen motor om te gaan rood-licht-racen, maar een echt stadsmotortje. Qua wegligging is de iQ vrij strak. Je voelt de weg duidelijk in je poep en handen (doorheen het stuur). Doorheen de bochten blijft de iQ zeer stabiel, in tegenstelling tot een Smart bijvoorbeeld. Dit komt natuurlijk door de vrij lange wielbasis (voor zover mogelijk op dergelijk kort autootje) van 2m rond. De wielbreedte is vooraan ook 2cm breder dan achteraan. (Throw in some negative camber and you got yourself a petite racer baby!)

Het interieur is strak, modern, en eigenlijk best wel mooi. De zetels voelen sportief aan en het stuur voelt zeer aangenaam aan. Het dashboard was effe wennen, vooral omdat er een aantal boodschappen verschenen die ik niet meteen kon plaatsen. Maar ik ga er van uit dat dit gewoon wennen is. Vooraan in de iQ heb je ruimte, achteraan is iets anders… Hij wordt misschien omschreven als uiterst compacte 4zitter, maar ik zou niet graag achteraan zitten. Kan je je enkels in je nek leggen, dan heb je mss ruimte genoeg, maar wie is zo lenig?

De look algemeen vind ik zeer geslaagd. Een moderne mix van rondingen met scherp afgelijnde details.

De iQ mag voor mij het gehele stadsverkeer overnemen!

Ik zou trouwens een race-toepassing zoals de Mini-Challenge van vroeger best wel zien zitten met zo’n iQtjes.

Belgian GT

Ik ben een zware autoliefhebber, zowel van oldtimer, youngtimer, gewone productie als van de echte racers. Gedurende enkele jaren heb ik zelfs de kans gehad om te werken voor een aantal teams in de Belcar, het Belgische Endurance Kampioenschap. Een smeltkroes van GT’s en Tourismes die samen op de asfaltlinten van Zolder en Spa-Francorchamps zo snel mogelijk zoveel mogelijk toertjes deden.

Een tijdje geleden sprong er een tweet mij in het oog. Charlo vroeg of er iemand tickets wou voor de BelgianGT races op Spa tijdens de 12heures de Spa. En de kriebel was snel terug. Enkele dagen later zaten de tickets in de bus, en was het uitkijken naar het weekend!

De weg naar Spa ken ik ondertussen van buiten. De beste parkeerplaatsjes, de leuke slingerwegjes doorheen Ster, de prachtige vergezichten in de streek. Op het circuit zelf was het iets anders…. Zoveel bijgebouwd, de volledige F1-pits is veranderd!

Ik was net op tijd voor de gridopstelling van de Belgian GT. In tegenstelling tot de hoogdagen van de Belcar was het maar een magere startgrid. 13 starters, maar wel stuk voor stuk pareltjes! Ferrari F430, Viper Competition Coupé, Audi R8GT3, Lambo Gallardo GT3, verschillende types Ford Mustang, AM DBRS9 en Porsches.
De start van de formatieronde was als altijd een beetje genieten, een voorspel. De motoren ronken, hier en daar een spinnende band, effe op de gas en terug afremmen. Eau Rouge induiken, de Raidillion op richting malmedy-les Combes (de pifpaf), de dubbele rechtse richting Pouhon, afdalen naar Les Fagnes & Stavelot (dikwijls wordt deze combinatie Bruxelles genoemd, omdat je als piloot zicht hebt op de pits en paddock, wat doet denken aan een stad) en dan vanuit Stavelot volgas richting Blanchimont en de vernieuwde Busstop (ik wil de oude terug). Alles dichtgooien voor de Source en dan afdalen langs de muur richting Eau Rouge (what separates the men from the boys).

In de Belgian GT wordt een vliegende start toegepast, dus de security wagen duikt de pits in in de Source, en dan dalen de racers af richting de lichten. ROOD-Rood (spanning is te snijden, wagens rollen op ralenti) – GROEN (gebrul van V8-V10-Flat6, spinnende banden en de eerste plaatsen pikken of verliezen)…
Kippevel, echt kippevel. Ik was terug thuis. Er is zoveel veranderd op en rond het circuit, alle reglementen zijn gewijzigd, divisies die ik niet meer ken, in plaats van 125minuten duurt een race nu nog 60 minuten etc. Maar toch, eens de gaskleppen opengaan, en de geur van benzine en rubber de omgeving vullen, dan ben ik terug thuis.

Door het kleine deelnemersveld en de nieuwe reglementeringen was het maar een saaie race. 12 wagens in Divisie1, eentje die zijn eigen strijd streed in Div2, spannend is anders.
Maar uiteindelijk kan je langsheen het circuit toch niets volgen. Je hebt geen flauw benul van rondetijden, pitstops of wissels. Om dergelijke races degelijk te volgen moet je in de pits staan, met je neus op de schermen, een half oog op het timingbord, en je oren open voor de concurrentie.
Eens ik het gevoel van me kon afzetten dat ik zoveel info miste, kon ik pas echt genieten van de wagens. Een stukje langsheen het circuit gestapt, toegekeken aan de vernieuwde Busstop, in Eau Rouge, en proberen zoals vroeger er bepaalde wagens uit te pikken enkel op geluid. (Ford is easy-peasy, AM DBRS9 is ook duidelijk, de Flat6 van Porsche is nog altijd zeer specifiek, maar de Vipers zijn hun charme kwijt…)

Ik heb genoten, merci Charlo!