800.000 ton voedsel verloren

En dat is niet een beetje! Naar mijn bescheiden mening is het zelfs meer dan 800.000ton…
Maar we moeten deze cijfers toch met een korreltje zout nemen. Of liever, in het juiste licht stellen. Die 800.000 ton is verdeeld over akkerbouw (vooral aardappelteelt), veehouderij en visvangst. En laat ik nu net over dat laatste niks weten. Dus, dat gedeelte negeren we even. (Als er hier iemand dit komt lezen en mij meer kan vertellen over visvangst, doe gerust)

Van veehouderij ken ik ook niet veel, maar er wordt gesproken over sterfte, en dan kan ik maar 1 ding zeggen. De dieren in de veehouderij zijn levende wezens, en levende wezens kunnen ziek worden en sterven. Indien hier vreemde cijfers opduiken (boeren waar opvallend veel sterfte is bvb) dan moet daar zeker iets aan gedaan worden. Maar dan spreken we over elke zaak apart.

Over de akkerbouw kan ik meer vertellen. Eerst en vooral misschien de aardappelteelt. Het is inderdaad zo dat de kleine patatjes op het veld achter blijven. Hoe dit komt? Wel, dat is zeer simpel. Ik leg effe kort uit hoe een aardappelrooier werkt…


(Bron: AVR)

Op de tekening hierboven zie je de verschillende transportbanden langs waar de aardappels doorheen de machine gaan. Transportband (1) is de graafmat, die de ruggen aardappels met grond en al in de machine brengt. (2),(3) en (4) zijn de rooimatten. Deze hebben een “steek”, een opening tussen de spijlen om losse aarde van tussen de gerooide aardappels te kunnen laten vallen. Rooimat (2) is tevens uitgerust met kloppers, die de mat op en neer laten deinen zodat de aarde nog gemakkelijker er van tussen valt. Aardappeltjes die kleiner zijn dan de “steek”, vallen hier natuurlijk mee tussen de spijlen. De “steek” gaat van 36 tot 43mm, dus we spreken echt over zeer kleine patatjes.
band (5) is de egelband, een band met rubberen uitsteeksels die resterend loof en onkruid verwijdert.
Via de ringelevator (8) komen de aardappels op de leesband (10) terecht. In goeie omstandigheden gebeurd er helemaal niets op de leesband, in slechte omstandigheden (modder, veel kluiten, rotte aardappels) staan hier enkele mensen langs die handmatig stenen, kluiten of rotte en beschadigde aardappels uitrapen.
Combinatie (11), (12) en (13) kan de leesband (10) vervangen. In deze combinatie zit er een rollenset (11) die ondermaatse aardappeltjes, steentjes en kluitjes aarde verwijderd.

Dit is de doorsnede van een moderne aardappelrooier, en deze manier van werken is door te trekken over de verschillende merken en types. Zoals je kan zien heeft de mechanisatie er voor gezorgd dat er een automatische triering gebeurd, en ondermaatse patatjes op het veld blijven.
Bij mijn grootouders worden de aardappels nog met de hand geraapt. (andere posts hierover) Vroeger, toen mijn grootouders nog hun eigen varken hielden, werd elk patatje opgeraapt. Want, die kleintjes, dat was goed voor aan het varken te geven. Zo is het inderdaad. Die kleine patatjes die op het veld achter blijven, zijn niet meer dan varkensvoer.

Maar, en nu komt het grote probleem, willen we ook die patatjes recupereren, dan moet al de aarde die de machine opgeschept, ook afgevoerd worden… Ofwel vallen de kleine patatjes mee met de losse aarde, ofwel gaat de aarde mee naar de fabriek/opslagplaats. En dit is economisch niet te verantwoorden.

Dus ja, er blijven patatjes op het veld. Patatjes die niet bruikbaar zijn als voedsel rechtstreeks. Willen we dat verlies beperken, dan zit er maar 1 ding op. Elk najaar opnieuw aardappels rooien met de hand, en op handen en knieën alles oprapen wat je tegen komt.
Zijn er vrijwilligers?

Behalve bij de aardappels zijn er nog andere akkerbouw en groenteteelten waar veel verlies is. Zo worden per spruitenstruik enkel de goed gecalibreerde spruiten geoogst. Te dikke/dunne spruitjes blijven op het veld. De extra bewerkingen om ook die spruitjes te oogsten weegt niet op tegen de extra winst die kan gemaakt worden. Erger nog, moesten die extra bewerkingen wel gebeuren, dan moet de prijs van de spruitjes enorm stijgen, of de boer draait verlies.
Ook andere koolgewassen kennen verlies omdat er te dikke/dunne exemplaren tussen zitten.
Raapjes kunnen geoogst worden tot het vriest. Dus kan het goed gebeuren dat een half veld verloren gaat door vorst. Daar kunnen we nu eenmaal weinig aan doen.

De verliezen die er nu zijn in bvb de aardappelteelt zijn verliezen die overblijven na volledig uitgewerkte mechanisatie, waar sterk gelet is om verliezen te beperken.
Om andere verliezen op te vangen moeten er nieuwe technieken en technologieën ontwikkeld worden. Ingenieurs en boeren werken hier samen aan.

 

Hierbij nog een klein filmpje van een AVR aardappelrooier:

Er is weer bijna een jaar voorbij

En daarom vind ik het ens leuk om wat met statistiekjes te gooien…

Top posts van het afgelopen jaar:

Home page 7,518
Ducati Monster 696 1,672
Recept : Ovenschotel met spinazie en gehakt, de extended version 1,596
Agribex – t is gedaan!! 1,174
(TT) – De waarheid over mos in de gazon. 1,100
De Ultieme winterkapsels 1,069
Speculaastaart met peertjes 1,035
Cote a l’os op z’n Italiaans 778
Lasagne van zalm en broccoli 774
Haley 618

Geen enkele posts van 2011 heeft het afgelopen jaar genoeg hits gekregen voor een plaatsje in de top10….
Op plaats 15 en 16 zijn de eerste posts van 2011 te vinden:

De Hoorn van Afrika 461
Koning Twitter 455

Qua Zoektermen heb ik opvallend brave lezers blijkbaar:

Fendt Black Beauty (in meerdere vormen) 1225
Ducati Monster (in meerdere vormen) 1145
frou frou/froufrou 400
newfoundlander pup (in meerdere vormen) 336
sauteerpan 300
lasagne met zalm 281
speculaastaart 250
ntone 187
agribex 177
mode ontwerpen schetsen 161
ovenschotel gehakt 150
houtwal 138
mos in gazon 134
verticuteren wanneer 103
lasagne met zalm en broccoli 101
cote a l’os 95
asymmetrisch kapsel 94
mosselen op de barbecue 91
ecologische tuin 84
ovenschotel gehakt spinazie 80

Het is duidelijk, mijn bezoekers komen in de eerste plaats voor machines/mechanica, gevolgd door eten, dieren en looks….
Er is zelfs helemaal geen vieze zoekterm terug te vinden dit jaar! Als ik het algemeen totaal bekijk sinds mijn laatste herinstallatie is er slechts 1 “stoute” zoekterm, namelijk “zatte madammen” (voor deze post) of het moet zijn dat jullie “Jupiler Tauro” ook tot vieze zoektermen rekenen…

De top 10 van clicks:

eco-tone.be 82
receptjes.be/recept_bechamelsaus.html 76
i37.tinypic.com/15i0oi0.jpg 67
i33.tinypic.com/2nq61c9.jpg 55
i33.tinypic.com/2n9ers4.jpg 41
i38.tinypic.com/2zp770n.jpg 38
twitpic.com/3nwfyh 32
valeas.wordpress.com 28
hungryfeelings.be/basis.php/puree 27
saravdv.wordpress.com 20

De niet-meer-bestaande Eco-tone.be op 1! Ik moet die link nog altijd ergens weghalen, maar weet niet waar…. Verder links naar foto’s van mijn Polootje, hoe puree maken, en dan naar die lieve Daphné (slaap zacht meid, ik mis je…) en naar de enige echte Saravdv!

Kwart van alle landbouwgrond is ernstig uitgeput

“Kwart van alle landbouwgrond is ernstig uitgeput” titelt het Nieuwsblad (volledig artikel) en de Standaard (enkel voor abonnees). Tegen 2050 zouden de landbouwers 70% meer voedsel moeten produceren. Een rapport van de FAO (Food and Agriculture Organization of the United Nations – wiki) is echter niet mals. Kort samengevat is de kans klein dat de boeren dit effectief kunnen verwezenlijken. Hoe komt dit dan? De meeste (goede) landbouwgronden zijn al intensief in gebruik, en die dat nog niet in gebruik zijn, zijn niet voldoende. Er is nood aan duurzame intensivering van de landbouw.

In de jaren 60, tot enkele jaren geleden, steeg de productiviteit van de landbouw sterk, bijna explosief. Dit kwam door nieuwe technieken,(intensief) gebruik van kunstmest en pesticides en een goede veredeling van zaden en pootgoed. Ondertussen is deze stijging stil gevallen. Erger nog, de gronden die we gebruiken geraken uitgeput. Onkruiden en ziektes worden resistent tegen de gebruikte pesticiden, waardoor deze alsmaar straffer moeten worden en de impact op de bodem en het milieu nog groter wordt.

Hoe kan het dat bodems uitgeput geraken? Heel simpel gezegd, door mis(be)handeling… Intensieve grondbewerking, kunstmest en chemicaliën zijn eigenlijk niet zo goed voor de bodem. De grond is de rijkdom van de boer. Niet het juiste merk of kleur van tractor of de grootste machine bepaalt de opbrengst. De opbrengst wordt bepaald door de grond. En daar zit hem net het probleem.
De oplossing is eigenlijk simpel. De boeren moeten hun gronden terug “soigneren”. Stop het gebruik van kunstmest, stop de intensieve grondbewerkingen.

Ik heb op school geleerd over het klei-humus-complex. (Ik ben een gediplomeerde boer…) Het klei-humus-complex bestaat uit lutum (kleihoudende gronden) en humus (volledig omgezette organische stof) (bron)
Als de bodem een goed klei-humus-complex heeft, worden voedingsstoffen en mineralen gebonden aan dit klei-humus-complex en vastgehouden in de bodem zodat ze niet uitspoelen en beschikbaar blijven voor de planten.
Humus is volledig omgezette organische stof, een bruin-zwarte kleverige massa. En daar schuilt een van de problemen. Onze gronden bevatten niet voldoende humus meer. Zeker in de akkerbouw wordt veel kunstmest gebruikt als hoofdbemesting, waardoor het koolstofgehalte (humusgehalte) alsmaar verder afneemt in de bodem. (Meer over koolstofgehalte bij Vilt)

Hoe kunnen we dat koolstofgehalte terug naar boven halen? Door gebruik te maken van stalmest, compost (Meer over compost bij Vlaco). Door gewasresten op het land te laten. Door groenbemesters in te zaaien.
Vooral het gebruik van vaste mest zorgt voor een stijging van de koolstof in de grond. Spijtig genoeg is het gebruik van mest gereglementeerd door de verschillende Mest Actie Plannen (MAP). In mest zitten mineralen (stikstof, fosfor, kalium, sporenelementen etc.) Deze mineralen zijn voeding voor de planten die op het veld groeien, maar kunnen ook uitspoelen en ons water bezoedelen, of er voor zorgen dat planten die we minder graag hebben (invasieve soorten) nog weelderiger gaan groeien.
Met kunstmest weten we precies hoeveel mineralen we toedienen, en kan de gift zeer specifiek gedoseerd worden. Bij stalmest en mengmest zijn deze cijfers iets minder specifiek.
Maar willen we dat onze gronden nog meer opbrengst kunnen voortbrengen, dan zal het gebruik van stalmest en andere vaste natuurlijke mestvormen terug moeten stijgen.
Als simpele plattelandsjongen (nuja, met Brussel in mijn achtertuin…) denk ik dat de vooruitgang moet zijn dat we als basis gebruik maken van vaste mest, en kunstmest enkel gebruiken als bijbemesting wanneer nodig. Ook kan over bepaalde gewassen zoals granen en mais na de opkomst nog een bemesting met compost gebeuren. Het bodemleven zal de boer zeer dankbaar zijn en er voor zorgen dat de compost vermengd geraakt met de bovenste grondlagen.
Drijf- of mengmest kan niet tot vaste mest gerekend worden, maar door dit op te mengen met stro, maisstro of bermmaaisel kan er ook een vaste mest vorm gemaakt worden die voldoende koolstof in de bodem brengt.

Een andere zaak is de juiste mechanische behandeling. Onze gronden worden te veel bewerkt. We cultiveren onze velden na de oogst, nog eens voor de winter, ploegen na de winter, cultiveren terug, frezen of gaan er met de rotoreg over en gaan dan zaaien of planten.
Vereenvoudigde en niet-kerende grondbewerking gaat onze gronden in betere conditie houden. Zo hoeft er voor mais, gras of graan helemaal niet geploegd worden. Bij teelten als mais kunnen we zelfs stroken gaan bewerken in plaats van het gehele veld.
Met een diepwoeler kunnen storende grondlagen zoals de ploegzool gebroken worden, met een direct-zaaimachine kunnen granen of grassen ingezaaid worden zonder de bovenste grondlagen te storen, of resten organisch materiaal onder te werken. Deze resten organisch materiaal zorgen ook voor een stijging van het koolstofgehalte, en voorkomen dat de blote grond wordt blootgesteld aan regens zodat erosie tegen gehouden wordt. Als de grond een goed klei-humus-complex heeft zal de erosie ook opvallend lager zijn.

Een andere mogelijkheid is agro-forestry, waarbij bomen en landbouwgewassen gecombineerd worden. Maar daarover meer in een andere blogpost…

Kort samengevat:

  • Meer gebruik van natuurlijke, vaste mestvormen
  • Vereenvoudigde grondbewerkingen waar kan
  • Meer eerbied voor de grond en de boer (hij zorgt tenslotte voor het eten op je bord, of je nu vleeseter of veggie bent…)

Lucht in Vlaanderen werd ‘spectaculair beter’ maar fijn stof blijft probleem

Houtkachel verboden bij mist of windstilte en Drie keer meer fijn stof dan in 2010.
Het thema “fijn stof” was niet uit de lucht gegrepen de afgelopen dagen. Het begon met de houtkachels die teveel fijn stof in de lucht pompten, over verstrenging van de wetgeving/BIW op dieselwagens tot een boete van Europa omwille van het fijne stof in onze Vlaamse lucht

Fijn stof is inderdaad niet goed, het zorgt voor problemen met de ademhaling, een resem welvaartsziektes etc. We moeten dus voorkomen dat dit fijn stof in de lucht terecht komt.

Qua dieselwagens en Europese boetes weet ik redelijk weinig, maar over houtkachels kan ik wel wat meespreken.
Ik stond op Agribex enkele weken geleden, toen plots iemand mij aansprak over mijn staaltjes die ik bij mij op de stand had staan. Een typische boer, zoals er wel meer op Agribex rondlopen, verweet me dat “da dei dinges zeng da da feijn stoef in de lucht poimpen” (zo klonk het toch, zijn dialect…)
Ik had die ochtend het nieuws niet gehoord, dus kon niet direct meebabbelen. Ik probeerde meneer nog duidelijk te maken dat onze installaties de nodige filters hadden en dat er rookgasreiniging was maar het kwaad was geschiedt.
Biomassa zorgde voor vervuiling. Nu laat ik me gelukkig door zo’n zaken niet doen maar probeer ik er iets positiefs van te maken.

Daarom geen verhaal over hoe voor een aantal mensen hun houtkachel hun enige verwarmingsbron is. Geen drama over armoede en negatieve spiraal.
Wel enkele constructieve opmerkingen:

  • De juiste brandstof in de juiste kachel!
    Een houtkachel dient om hout te verbranden. Zuiver hout. Hout dat gekapt is, gekliefd en gedroogd. Geen afvalhout, geen versleten deuren en chambrangs.
  • De juiste afstelling!
    De meeste kachels, zelfs de oudere, hebben een primaire en secundaire luchtregeling. De primaire zorgt voor voldoende lucht in de brandzone, de secundaire lucht zorgt voor circulatie van restanten van de verbranding, zoals vliegassen en houtgas.
    Indien deze luchtstromen goed zijn afgesteld, dan zal er geen fijn stof uit de schouw ontsnappen.
  • Misschien een kleine aanpassing?
    In grote systemen zijn cyclonen voorzien om vliegassen te doen neerdwarrelen. Eventueel zijn deze zelfs uitgerust met mist-sproeiers om alle vaste bestanddelen te doen neerslaan.
    Kleine houtkachels kunnen tussen kachel en schouw gerust ook met zo’n miniatuur-cycloon uitgerust worden. En doordat de rookgassen langer circuleren stijgt het rendement, en daalt de uitgangstemperatuur van de rookgassen.
  • Verbiedt bepaalde brandstoffen!
    In doe-het-zelf-zaken en tuinzaken zijn nog steeds zakken antraciet te koop.
    Zoals we allen weten is antraciet of steenkool een grote bron van CO² en fijn stof. Ik begrijp niet dat dit nog steeds vrij in de handel te krijgen is. Een eerste en controleerbare stap is het verbod op de verkoop van dergelijke brandstoffen voor particulier gebruik. Want in tegenstelling tot de grote installaties kan een kleine kachel niet met een elektrostatische filter worden uitgerust.

En wat met de grote houtketels? Wel, die hebben strikte richtlijnen en normen qua uitstoot. En deze worden, afhankelijk van de grootte, geregeld gecontroleerd. Daar zit het probleem niet. (al geef ik toe dat overal iets kan mislopen, en er dan wel problemen kunnen ontstaan…)

De regering, of het nu Vlaams of Federaal is, moet de bevolking eerst en vooral informeren, en zinnige beslissingen nemen voor ze een verbod op houtkachels op windstille momenten gaan lanceren, of taksen op auto’s omhoog drijven…

Meer dan 2.000 cafés dicht sinds rookverbod

Sinds 1 juli, toen het rookverbod in cafés van kracht werd, zijn er al 2.005 zaken stopgezet of failliet gegaan. Dat is een stijging met 43 procent tegenover dezelfde periode vorig jaar, toen 1.400 zaken hun deuren sloten. (Bron: De Standaard)

Dat staat vandaag te lezen in ondermeer De Standaard. Ik heb toch enkele bedenkingen bij deze titel, bij dit artikel.
Komt het door het rookverbod dat die cafés dicht zijn (moeten) (ge)gaan? Of spelen er andere factoren een rol?
43% meer cafés dicht tegenover dezelfde periode vorig jaar. 2005 zaken die tussen 1 juli en nu zijn dicht gegaan. Vorig jaar waren het er 1400. In totaal zijn dat dus 3405 cafés die gesloten zijn over een periode van 1 jaar, verspreid over 2 jaar. Hoeveel cafés schieten er nog over in België?

Ikzelf rook (soms) en heb die overgang naar rookvrije cafés eigenlijk met gemengde gevoelens onthaald. Ik maakte me bedenkingen over de gezelligheid op café (een pint en een saf), maar was ook blij dat ik mijn kledij de dag na een cafébezoek niet in de wasmand moest gooien.
In de zomer was het best gezellig, dat buiten roken, maar hoe zou het zijn in de winter? We hebben nog geen strenge winter gehad, dus tot nu toe viel dat best mee.
Vanuit mijn standpunt is het rookverbod eigenlijk best een goeie zaak. Zo rook ik opmerkelijk minder, stink ik niet meer naar gerecycleerde rook en kom ik terug mensen tegen die gedurende lange tijd niet op café gingen omwille van de rook die er hing (pikt in de ogen, pakt op de adem, kledij stinkt, gezondheidsredenen etc)
Een minpuntje dat wel het vermelden waard is, is dat je in vele cafés plots de WC ruikt, terwijl die geur vroeger overheerst werd door de sigarettenwalm.

Maar behalve dat rookverbod zijn er volgens mij andere, belangrijkere, factoren die bijdragen tot het hoge sluitingscijfer van cafés.
Zo mogen we niet uit het oog verliezen dat 2011 geen plezant jaar was op gebied van de economie. Ikzelf heb af en toe de bedenking gemaakt dat een pint thuis misschien net iets minder lekker is, maar wel pakken goedkoper. Die pinten dat ik dan thuis dronk waren pinten die Wannes of Katrien niet tapten. En ik had eigenlijk niet echt te klagen qua financiën. Maar de cijfers liegen er niet om. Vele mensen hebben financiële problemen. En de keuze tussen een pintje op café of brood op de plank is dan snel gemaakt. (Behalve als je een echte alcoholieker bent, want die eten toch niet…)
De werkloosheid is gedaald, maar door de stijging van bvb de energieprijzen is het budget per gezin gedaald. Prioriteiten moeten gesteld worden.

Maar behalve de economische situatie vraag ik mij af hoeveel cafébazen het rookverbod niet aanhalen om hun slabakkend café te sluiten. Het werk van een cafébaas is niet gemakkelijk, en zeker niet te onderschatten.
Als er dan plots zo een omwenteling zich aandient, waar de nodige investeringen bij horen (terras, rokerslokaal etc), en je café toch al niet te schitterend draait, dan is de keuze snel gemaakt. Sluiten die handel.
Of overlaten aan iemand die met een propere lei wil herbeginnen.
Of als je als cafébaas stillekesaan de gezegende jaren begint te benaderen, dan heb je in zo’n “plots” rookverbod geen zin meer. Je vaste stamgasten hebben een kruk waar hun spreekwoordelijke naam op staat, en onder de asbakken zie je nog de originele kleur van de formica tafeltjes. Die stamgasten krijg je niet meer buiten om hun zelfgerold sigaretje te roken. Een pensioen dient zich aan, en het bruin cafeetje gaat dicht.
Is dit een rechtstreeks gevolg van het rookverbod? Eigenlijk niet. Het is de keuze van de cafébaas die het rookverbod aanhaalt als reden om andere redenen niet te moeten aanhalen.

Ik vraag me trouwens af hoeveel nieuwe cafés er zijn opengegaan, of hoeveel van die meer dan 2000 cafés er ondertussen zijn overgenomen.

Buitenlanders op Agribex.

Het is me wat met die buitenlanders!
Agribex is ondertussen vollop bezig, en omdat het af en toe op onze stand nogal rustig is, heb ik wel eens tijd om effe te mijmeren. Zo moest ik vandaag terug denken aan mijn eerste Agribex als standhouder. Ik werkte toen voor een in de sector gekende firma, die onder meer Deense werktuigdragers importeerde. Die firma doet dat trouwens nog steeds.
Nu is het zo dat die Denen zeer graag van kort meemaken wat hun importeurs/verdelers doen, dus elke beurs was er wel een delegatie Denen die eens kwam kijken.

Omdat het heen-en-terug-tripje Denemarken wat veel is om dagelijks te doen, hadden ze zelf voor een hotel gezorgd. Zo kwam het er dus op neer dat ik mijn eerste Agribex niet alleen mijn best deed op de stand van de firma maar ‘s ochtends en ‘s avonds ook nog eens taxi speelde naar Accor hotel in Zaventem.

En dat zijn dan dingen waar je in geen jaren aan hebt gedacht, en tijdens zo’n korte mijmering plots terug in je gedachten opduiken.