Paarden in de kijker…

Het is ondertussen algemeen geweten, er loopt  van alles mis met ons voedsel. Lasagne met paardenvlees, köttbullar met paardenvlees, in allerhande zaken die met rundsvlees zouden moeten bereid worden, wordt nu paardenvlees aangetroffen.
Onze trouwe viervoeters vooraan in het nieuws, in de kranten, noem maar op.

Eugène Mathy, president van de LEWB ( Ligue Equestre Wallonie Bruxelles), heeft een mooie open brief geschreven. Waar was de aandacht voor de paarden toen Michèle Georges en Rainman dubbel goud behaalden op de Paralympische Spelen? Heel even en het was weer weg. Waar was de aandacht toen Philippe Lejeune en Vigo d’Arsouille goud haalden in de jumping op het wereldkampioenschap?

Een sappig negatief verhaal is gemakkelijker te brengen dan iets positiefs. Maar kan het alstublieft eens? De paardensport is een uitgebreide sporttak, waarin verschillende disciplines in bestaan, zoals dressuur, jumping, reining, mennen, endurance, etc etc etc.
Waarom doen de journalisten die nu op het paardenvleesverhaal springen eens niet de moeite om ook een mooi stuk te schrijven over de Belgische verwezenlijkingen in de paardensport. We hebben niet alleen Paralympische en Wereldkampioenen, we hebben ook een mooie selectie aanstormend talent voor de komende jaren, en België mag gerust trost zijn op de paarden die hier gefokt worden. Een heel hoog percentage van de paarden die in de wereldtop draaien, zijn gefokt in België en ingeschreven in een van de vele stamboeken.
Ik heb het geluk gehad om bvb een Cicero Z Van Paemel als veulen te zien staan op de weide, en nu hem in actie te zien samen met Dirk De Meersman. Cicero is slechts een van de vele voorbeelden…

Nog wat cijfermateriaal:

  • 350.000 paarden, pony’s, ezels in België
  • 77.000 aangesloten bij verschillende federale entiteiten
  • 150.000 actieve beoefenaars van een of andere discipline (schatting)
  • 36 herkende stamboeken
  • 2.120 ondernemingen gelinkt aan de paardenhouderij (met verwaarloosbare faillissementen)
  • 17.500 voltijdse werkkrachten, tel daar nog de stagiaires, jobstudenten en vrijwilligers bij..
  • 1.200 evenementen per jaar, op nationaal en internationaal niveau
  • 160.000 ha nodig voor voeding en fok, zijnde 12,30% van het nationaal areaal landbouwgronden.

Mag de paardensport wat meer aandacht krijgen?

Lees hier de volledige open brief van Eugène Mathy! (Franse tekst btw…)

Self Injury Awareness Day 2013

Vorig jaar op 1 maart schreef ik een blogpostje over zelfverminking, eigenlijk mijn getuigenis, mijn verhaal. Dit jaar deed ik via twitter een oproep of er misschien anderen ook hun verhaal kwijt wouden. Ik heb enkele reacties gekregen, en die vind je hieronder…

De bedoeling van deze getuigenissen is niet om medelijden op te wekken of negatieve reacties uit te lokken. Wel is het de bedoeling om via deze verhalen de aandacht even te vestigen op de verschillende vormen van automutilatie, het bewustzijn te vergroten.

Het verhaal van Vanessa:

Ook ik heb aan zelfverminking gedaan, op allerlei manieren. Niet enkel met snijden, maar ook via mijn eetproblemen (anorexia, boulimia, …). Nochtans, zou je het niet zeggen wanneer je me ziet, altijd het spontane, sociale, glimlachende meisje. Wel, ik kan je zeggen dat, wanneer ik nu lach, het echt gemeend is, maar dat is ooit anders geweest.
Het begon in mijn jeugd, mijn papa heeft me mentaal mishandeld. Het was nooit genoeg, haalde ik op alles 9 en zat er 1  acht bij, dan mocht ik niet buiten, en moest ik blijven studeren tot ik op alles een 9 haalde. Hij bedoelde het niet slecht en wist niet beter, maar dit is slechts 1 van de vele voorbeelden die ik steeds hoorde. Het was nooit genoeg, of beter ik was nooit genoeg.
Doordat mijn eerste vriendje, de liefste jongen van de wereld was, had ik dit een plaats kunnen geven. Hij gaf me de complimenten die ik nodig had, al moest hij het 15 keer zeggen. En als ik me weer minder voelde dan de rest, nam hij me gewoon in de armen en zei hij me dat hij me graag zag.
Na hem had ik een nieuw vriendje. Daar is het allemaal met misgelopen. Hij was echt enorm rationeel, en vond dat als je een probleem had er gewoon een oplossing moest gezocht worden. Als hij 1 keer zei dat hij me graag zag, moest ik het maar weten. Ik begon me steeds onzekerder te voelen, en steeds meer minder dan de rest. Daarbij kwam nog dat een ex/flirt van hem, steeds zijn aandacht opzocht en ook kreeg. Het begon een strijd te worden tussen haar en ik, en omdat ik me al minder voelde, wilde ik me steeds meer bewijzen. Doordat ik me steeds meer wilde bewijzen, verloor ik echter alle grip op mijn eigen leven. De vrienden van deze jongen konden het niet nalaten te benadrukken hoe geweldig zij was, en enkel hij probeerde me van het tegendeel te bewijzen.
Na een lange periode van examenstress, hadden we eindelijke terug wat quality time. Hij had net gehoord dat hij grote onderscheiding had, we waren gaan shoppen en zagen uit naar een leuke eindejaarstd. Voor alle zekerheid had ik mijn voorzorgen genomen, omdat ik wist dat ik eronderdoor was, en hadden we afgesproken dat op de bbq (waar de flirt er ook zou zijn), hij bij mij en een vriendin zou komen, en we daarna apart zouden feesten. Alles ging vlotjes, en verliep zonder stress. Zoals afgesproken ging hij feesten met zijn vrienden en ik bleef wat napraten met mijn vrienden. Het was gezellig tot een vriend van me zei “ik vind het echt schandalig dat je zijn ex zo behandelt, iedereen praat erover, en je neemt hun vriendschap af”. Ik vertelde enkele zaken wat zijn ex had gedaan, en hoe die ook mijn en die van mijn vrienden steeds zocht. Hij ging er maar over door, en ik brak. Ik ben weggelopen, kapot van verdriet, ik was op. Wist met mijn eigen geen bleef. Ben een halfuur gaan wandelen, heb gehuild als een weerwolf, heb iedereen gebeld die ik kon (behalve iedereen die op het feest was, want ik wou hun avond niet verpesten). Een vriend van mijn eerste vriendje, zei dat hij in Brussel was en dat hij naar mijn kot zou komen. Ik ging dus naar mijn kot, en wist met mijn eigen geen blijf. Ik wou enkel slapen en hopen dat die pijn zou weggaan. Ik deed mijn ogen toe, maar die innerlijke pijn werd steeds erger. Heb zitten gooien met glazen, geschreeuwd,… maar niets hielp,en toen dacht ik aan fysieke pijn. Ik nam een mes en sneed 1 keer, niet te diep. Het ontspande me, nog een keertje, de innerlijke pijn ging weg. Ik dacht: nu met een beetje bloed erbij, en ik deed het…
Toen kwam er iemand anders bij, en die heeft mij opgevangen hoe het een echte vriend beaamt.
Dat zelfverminken heb ik nog  gedaan tot 1 november 2009. 2 weken na de breuk met mijn vriend, heb ik gezegd “En nu leef ik voor mijn eigen”, en ben die dag gestopt met mijn anti – depressiva en zelfverminking. Als ik het nu moeilijk heb, doe ik iets leuk, of lees ik de brieven van de kinderen van de Hogar…
Maar die pijn van die nacht zal ik nooit vergeten, omdat ik mijn littekens altijd zal meedragen.

Het verhaal van Bieke:

In mei vorig jaar ben ik opgenomen geweest op een paaz en daarna in een psychiatrisch centrum. Automutileren kwam bij mij niet echt voor in de meest bekende vorm als krassen. Meestal trok in haar uit als ik mij slecht voelde. Ook vond ik mezelf soms niet waard genoeg om bijvoorbeeld in een bed te slapen dus kroop ik in een hoekje op de grond, bonkend met mijn hoofd tegen de muur. Oké ik heb veel ergere gevallen gezien in de psychiatrie, maar toch denk ik dat dit een vorm van automutileren is. Enkele verhalen kan je op www.kwetter.wordpress.com lezen. Zo heb ik tijdens een groepstherapie mezelf zo hard beginnen krabben omdat ik zo kwaad was op mijn psycholoog. Die wondjes op mijn arm heb ik nog maanden opengekrabd.
Ik ben van mei tot augustus in behandeling geweest en voel me nu wel stukken beter. Maar de maand april is mijn struikelblok. Meerdere keren ben ik in die maand hervallen met mijn depressie.

Het verhaal van Denna:

Ik heb nooit een goede band gehad met mijn ouders, maar de eerste grote strubbelingen kwamen op mijn veertiende. Ik was geen gemakkelijke tiener en had (nu nog steeds eigenlijk) een eigen kijk op de wereld. Wanneer mijn ouders mij iets oplegden, moesten ze me eerst een goede reden geven voor ik mij aan banden liet leggen. Helaas gold voor hen dat hun woord wet was. In mijn tienerogen leek het alsof het kleinste weerwoord voor hen reden was om dramatisch te huilen (mijn ma) en te brullen (mijn pa).

De eerste keer dat ik kraste, was dus na een brulsessie van mijn pa. Hoe ik op het idee kwam weet ik niet meer. Ik was veertien, kende niemand die kraste, had ooit van krassen gehoord in een reclame voor Telefacs’ “Krassen op de schoolbank”, maar had de aflevering zelf nooit bekeken. De herinnering aan een spiegelscherf in mijn makeuptasje heeft de daaropvolgende gebeurtenissen getriggerd.

Op school had niemand iets door. De eerste keer heb ik in een vlaag mijn arm met een scherf spiegel bewerkt. In de turnles vroeg een meisje grijnzend of ik mezelf verminkte. Geoefend leugenaar – als je niets mag, ga je veel stiekem doen en moet je bijgevolg veel en goed kunnen liegen – als ik was, overtuigde ik haar zonder blikken of blozen dat mijn konijn de oorzaak van de grillige krassen was. Daarna kraste ik enkel nog op mijn heupen. Ik kwam de zomers, de zwemlessen … door zonder nieuwsgierige blikken. Intussen waren de sneden aangebracht door mijn breekmes veel rechter en dieper.

Ik heb gekrast van mijn 14de tot mijn 20ste. In het begin nog heel voorzichtig, daarna roekelozer, maar nooit levensgevaarlijk. Na mijn 18de gebeurde het nog maar heel zelden. Het begon van 1 of 2 keer per week en evolueerde naar 2 keer per dag op mijn donkerste dagen. Dan kon je zelfs een witte vetlaag waarnemen tussen het rode bloed.

Het hield niet op bij krassen, op mijn 15de kreeg ik ook anorexia. Aangezien ik het niet deed om magerder te worden – ik ben altijd tevreden geweest met mijn figuur – zie ik de eetstoornis ook als een manier om mezelf pijn te doen. In tegenstelling tot het krassen was de anorexia wel levensgevaarlijk. Nu nog heb ik de neiging niets meer te eten wanneer ik mij niet meer goed voel.

Mijn ouders moeten iets doorgehad hebben. Een normaal kind heeft niet standaard een breekmes in haar nachtkastje liggen of zakdoekjes met bloedende striemen. Mijn moeder heeft meer dan eens bewezen dat ze regelmatig in mijn spullen snuffelde, dus vooral op het dieptepunt, waarop ik al wat nonchalanter werd bij het wegwerken van bewijsmateriaal, kan het niet anders dat ze bepaalde vermoedens gehad heeft.

Ik heb geen spijt van mijn krasverleden. Op dat moment was het de efficiëntste manier om mijn gevoelens te kanaliseren. Zonder deze bizarre manier van verwerken, had ik zelfmoord waarschijnlijk wel serieus overwogen. Intussen verwerk ik mijn gevoelens door kortverhalen te schrijven en wanneer andere mensen mij hierover complimenteren ben ik blij dat ik mijn negatieve emoties kan omzetten in iets moois.

Bedankt aan deze moedige jongedames om hun verhaal te delen. Hopelijk krijg jij als lezer nu een ander beeld van wat zelfverminking inhoudt, de verschillende vormen, triggers en uitwerkingen.
Denna, Bieke en Vanessa verwonden zichzelf niet meer, vonden een positieve manier om om te gaan met bepaalde (donkere) gevoelens. Maar weet dat er rondom jou waarschijnlijk wel ergens iemand is die een of andere vorm van automutilatie pleegt. Als het nodig is, wees dan het luisterend oor of de troostende schouder. Heb je vragen over hoe om te gaan met een “krasser”, dan kan je altijd terecht bij Tele-Onthaal, een Jongeren Advies Centrum, een CGG (Centrum Geestelijke Gezondheidszorg),  je huisarts of mss de schoolpsycholoog. Ook als je zelf snijdt, krast, haren trekt of andere vormen van jezelf pijnigen toepast kan je hier terecht.

Old Green and Yeller

logo_JohnDeereIets meer dan een jaar geleden schreef ik een blogpostje over hoe beloftes gebroken werden en ik plots zonder werk zat. Nuja, plots… het zat er wel aan te komen, en gelukkig had ik al goeie contacten bij een andere firma die ik al jaren kende.

1 februari startte ik als verkoopsinspecteur bij Fagadis, verantwoordelijke voor het dealernetwerk in Vlaanderen van John Deere grasmaaiers.
Ondertussen ben ik meer dan een jaar aan de slag bij Fagadis, en heb ik er mijn eerste volledig seizoen opzitten.
Een aantal jaren geleden begon ik als verkoper van grasmaaiers bij een lokale dealer, en van toen al was het duidelijk dat groen-geel mijn kleuren waren. Nu ben ik fier dat ik bij de invoerder van John Deere kan werken, en samen met mijn collega’s de kleuren verdedigen op een woelige markt met zware concurrentie.
En ondertussen besef ik wat ik de afgelopen jaren gemist heb. Collega’s om op terug te vallen, een baas die weet waar hij mee bezig is, een back-office die snel mee mijn zaken afhandelt en die zorgt voor de back-up die ik nodig heb.

Ik mag echt wel zeggen dat ik gelukkig ben met mijn werk bij Fagadis/John Deere, gelukkig met de dealers en collega’s waarmee ik kan samenwerken en elke ochtend blij ben dat ik kan opstaan om te gaan werken. Elke dag is anders, maar alles draait om 1 van mijn passies, op een goeie manier een gazon onderhouden.

Memories of a jeugdhuis

In mijn vorige blogpost konden jullie al lezen dat ik redelijk actief was in het jeugdhuis in Relegem en Wemmel. Ik besefte plots ook dat het eigenlijk een beetje een saaie blogpost is.
Tijdens het schrijven er van doken er meer en meer herinneringen op… Bij deze enkele top3tjes van jeugdhuiszaken…

Jeugdhuis algemeen:

  1. Kwamma natuurlijk!
  2. Bronneken
  3. Barcode

Bangelijkste activiteiten: (eigen JH)

  1. Devils Night (die met de piramide!)
  2. Beach House (die met het heel veel zand)
  3. Club Night (die met de heel veel flessen cava)

Bangelijkste activiteiten: (andere jeugdhuizen)

  1. Beatball (JH Bronneken)
  2. Ensemble (ook JH Bronneken)
  3. Maffia-avond (JH Knudde)

Coolste fuif: (eigen JH)

  1. Pompoenfuif (samen met de Saeys plaatjes draaien, die met de 9min intro)
  2. 20befkes fuif (alles aan 20 belgische franken)
  3. Back to School

Coolste fuif: (ander JH)

  1. Boekfos! (JH Bronneken)
  2. Hawai-fuif (Knudde)
  3. Kent U deze nog? (JH Bronneken)

Leukste herinnering:

  1. opbouw van de Devils Nights (piramide, de 2 torens, de pilaren en betonnen beelden, de kruisbeelden en graven…)
  2. zetels buiten sleuren en buiten zitten, en passant, op ne zaterdagnamiddag… liefst gevolgd door spontane BBQ)
  3. GAAAAN-avondje in Laarbeekbos
  4. Toen den Diet en de Cush het in hunne kop haalden dat een schans gemaakt van tafels, stoelen, buro’s etc wel cool zou zijn, zo tegen het JH…
  5. de LAN-parties!
  6. ik kan blijven doorgaan denk k…

Leukste herinneringen persoonlijk:

  1. op zaterdag rustig kuisen, en Lexke horen toekomen met hare scooter. De rest van de namiddag babbelen.
  2. de eerste schilderwerken, samen met Tanja, Lexke, Katja en Ilonka. En benieuwd van wie de handen waren op de tshirt van…, daar ter hoogte van die borsten.
  3. nadat de laatste mensen buiten waren, de deur op slot draaien, muziek zachter zetten, lichten dimmen en met een pintje nog wat napraten met de saeys, de C, Lexke of…

Minst leuke herinneringen persoonlijk:

  1. de Bocky zijn accident.
  2. de keuze moeten maken dat het JH niet verder kon… veel traantjes… De tijd nemen om afscheid te nemen.
  3. Mijn eigen accident(en) maar daar dronken we een glas op in t park…

 

Wie heeft er nog herinneringen aan ons JH? Ik hoor ze heel graag!

50 jaar jeugdhuizen!

Het is dit weekend een groot feestweekend. 50 jaar jeugdhuizen in Vlaanderen. Ik had het al wel zien passeren, maar stond er niet echt bij stil, de afgelopen dagen en weken. Maar gisterenavond was het een fuifke in JH ‘t Bronneken, en plots besefte ik wat een jeugdhuis was en wat het allemaal voor mij betekend heeft. 50 jaar jeugd die ontwikkeld, groeit, kans krijgt op experimenteren, ondernemen, uitproberen, falen en slagen. Creatief zijn of een avondje tam zijn. Het kan allemaal in een jeugdhuis!

Mijn eerste jeugdhuis-ervaring is ondertussen een 20tal jaar geleden. Een avond in december, koud, ik denk dat er zelfs sneeuw lag. Optreden van de Spinechillers in JH Den Bluts in Strombeek en ik mocht als 13 jarig ketje mee met mijn neven. De grunge-periode was in volle bloei, Nirvana en Pearl Jam stonden in de hitparades, en ik was onder de indruk van een lokaal grungebandje in een klein jeugdhuis.
Nadien was het enkele jaren stil op jeugdhuisgebied.

Mijn volgende ervaring en de start van mijn “carrière” was in JH ‘t Gemak in Relegem. Ik was 15 jaar, en mocht op vrijdag avond tot 11u naar het jeugdhuis! Een houten barak, half boven een vijver gebouwd, met een toppenbiljart en een kicker, zetels en een omgekeerde wc-pot als lampekap. Ik groeide op van stille gast die altijd ergens onopvallend in een hoekje zat tot voortrekker van de creatievelingen. Ik werk voorzitter van de werkgroep, plande avondjes, stak fuifkes in elkaar of organiseerde kicker-competities.
Spijtig genoeg viel JH ‘t Gemak als groep uit elkaar. De groep die het jeugdhuis opgericht hadden, oud Chiro-leiding, gingen studeren, sloegen andere wegen in, en de opvolging stond niet klaar… Het bezoekersaantal kalfde af, het gebouw werd niet meer onderhouden, en meer en meer werd er als eens een avond niet meer open gedaan. Niet veel later volgde de beslissing om er mee op te houden, en in 2005 werd het gebouw afgebroken.

4 mooie jaren heb ik in JH ‘t Gemak doorgebracht. Mensen leren kennen, voorzichtig de eerste stappen in organiseren gezet, eerste pintjes leren drinken.

Nu ‘t Gemak dicht was, ging ik op zoek naar een andere drinkplek. Ik hing wat in ‘t Hooghuis, bij de Go in ‘t Kaffeeke, en leerde daar een nieuwe groep vrienden kennen. Mensen die allemaal jonger waren dan mezelf, die bij mijn zus in de klas hadden gezeten. Toffe bende, een bende die van pubers naar jonge volwassenen aan het ontwikkelen waren, en die al eens bij Anneke in de kelder in de zetels hingen met wat bakken bier. Al snel werd ik opgenomen in de groep en mocht ik, als enige met een rijbewijs op vrijdagavond mijn auto gaan vullen met bier en andere dranken zodat we jeugdhuis konden houden bij Anneke. Heel organisch evolueerden we van vriendenkliekske naar een georganiseerde groep die al eens een fuifke of filmavond deden in GC De Zandloper in Wemmel. Gedurende een 2tal jaar zwierven we rond als jeugdhuis zonder locatie. Een samenwerking tussen ons jeugdhuis, de jeugdraad, VZW De Rand en GC De Zandloper maakten het mogelijk om een eigen locatie te krijgen. De Oude Zandloper, op het schooldomein van de sportschool werd omgedoopt in Villa3S, en wij huurden er onze lokalen. JH Kwamma was er! In de aanloop naar onze eigen locatie werd ik ook verkozen als voorzitter, en die functie heb ik gedurende een dikke 3 jaar met veel plezier gedaan. We hadden een bestuur, een werkgroep, actieve leden en gewone leden. Als jong jeugdhuis stonden we al snel in de top3 van grootste jeugdhuizen van Vlaams Brabant, we hadden leden van Herk-de-Stad tot Oostende en Knokke. Als ik er nu aan terug denk was het een magische tijd, waarin vele mensen, jong en oud, veel geleerd hebben, zowel op persoonlijk vlak als “zakelijk”.

Spijtig genoeg liep het ook mis binnen JH Kwamma. Opnieuw een verhaal van opvolging, vooral opvolging die niet goed voorbereid was. Na Kwamma kwam er JH Barcode, dat een nieuwe locatie kreeg en nu nog altijd zorgt voor vertier voor de Wemmelse jeugd.

Behalve mijn “eigen” jeugdhuizen gingen we natuurlijk dikwijls naar onze collega’s in naburige gemeenten… JH Time-Out, Nijdrop, Knudde, ‘t Sloefke, JHT etc. En natuurlijk JH ‘t Bronneken niet vergeten, waar we als Kwamma altijd wel een speciale band mee hebben gehad…

Ik heb zelf veel geleerd als jeugdhuisganger/hanger… Ik heb geleerd van te organiseren, te leiden, creatief om te gaan met problemen, mensen te begeleiden, op te vangen, te luisteren, en voor groep te spreken. Ik zat bij op werkgroepvergaderingen, maar ging ook naar gewestvergaderingen van het VFJ (nu FORMAAT), vergaderingen met politie en burgemeester, NCRW en allerhande andere belangrijke en onbelangrijke bijeenkomsten.

Ik kijk met veel plezier terug naar mijn dagen in de jeugdhuiswerking, en geniet nog altijd van fuifkes of cafe-avonden in bvb ‘t Bronneken.

Op naar de volgende 50 jaar jeugdhuiswerking in Vlaanderen!

De toekomst van (Ford) Genk

Wat een klap deze week op de radio. Het nieuwsbulletin van 9u was nog niet goed bezig of er kwam al info binnen uit Genk. De directie had een kort bericht voorgelezen van de Amerikaanse directie, dat Ford Genk sluit als de huidige modellen uit productie gaan, pakweg eind 2014. 10.000 mensen, directe en indirecte werknemers vallen plots zonder werk. Mensen die hun hele leven bij Ford hebben gewerkt, die als koppel elk hun plaats aan de band (of op de bureau) hadden.
Een ongelooflijke klap voor de mensen, de stad, de provincie, Vlaanderen en België.

Maar, ik probeer vol te houden aan wat ik preek, namelijk dat elke tegenslag een opportuniteit kan zijn. Ik ga me hier niet uitlaten over de houding van de ministers of regering, over hoe schandalig het is, en of brugpensioen al dan  niet ok is.
Ik wil eens nadenken over wat wel kan in Genk, namelijk het stof afschudden en naar een toekomst werken.

Een eerste idee is in de automobielsector blijven. Er is in Genk heel veel knowhow over hoe een auto moet gebouwd worden, er zijn mensen die capabel zijn om auto’s in elkaar te vijzen. “Maar de fabriek sluit omwille van overcapaciteit” hoor ik je denken. Inderdaad, ik denk dan ook niet aan gewone standaard wagens.
Ook in de krant deze week: “Brussel wil tienduizenden parkeerplaatsen schrappen.” Ook al lijkt dat ondoenbaar, en in de verste verte heeft dit niks te maken met Genk en Ford, maar toch… er is een link.
Steden gaan dringend op zoek moeten gaan naar oplossing voor de mobiliteitsproblemen die ze nu ondervinden. Een uitgebreid netwerk van klein openbaar vervoer biedt hier een oplossing.
Tadaaa, Ford Genk wordt EM Genk (ElectroMobile Genk).
Een samenwerking tussen Universiteit Hasselt en wat rest van Ford Genk, de universiteit doet onderzoek naar mobiliteit, milieu en samenleving, EM Genk zorgt voor de concrete uitwerking van de oplossingen van de universiteit.
Ik denk bijvoorbeeld aan smartgrids, draadloos elektro-voertuigen laden, elektrovoertuigen zelf.
Stel je een stad voor, waar je langs de rand parkeert met je Focus of Mondeo, die niet langer welkom is in de stad. Of je neemt de trein tot een bepaald station. Daar stap je over op klein openbaar vervoer. Een licht elektrisch voertuig, dat plaats biedt voor een 8tal mensen (De EM eCityGo) , dat je quasi aan de deur van je werk afzet, voor de cinema dropt of je doorheen een park naar de bib brengt.
Of elektrische fietsen (de EM eCityBike) die via een fietsverhuurnet deze minitransporters verder aanvullen.
De winkels, restaurants en dergelijke worden beleverd met een compact elektrisch vrachtvoertuig (de EM eCarGo).
Er kan in samenwerking tussen unief en nieuwe onderneming een hele lijn van compacte, modulaire voertuigen en transportoplossingen ontwikkeld worden.
En zoals er fietsverhuurdiensten zijn, kunnen 2 en 4zits personenwagentjes ook gehuurd worden voor langere of specifieke transporten.

Behalve de mobiliteits-oplossingen is er ook ruimte voor voedselproductie op wat rest van Ford Genk.
Ik weet niet hoe groot de parkings zijn aan de Ford, maar ik neem aan dat dat toch enkele hectaren inneemt. Niet al die hectaren moeten parking blijven. Er is plaats voor een stadsboerderij, iets dat mooi past in het hele duurzame ontwikkeling verhaal, met minimale impact op mobiliteit. De parkings moeten niet opgebroken worden, gewoon in containers, verhoogde bedden en plantzuilen kunnen groenten en kleinfruit lokaal geteeld worden voor lokale afzet. Misschien niet de gigantische creatie van werkgelegenheid, maar goedkope, lokale groenten.
Behalve groenten en fruit is er zeker ook ruimte voor piscicultuur. Verschillende fabriekshallen gaan leeg staan. Door deze aan te wenden om in gesloten systeem vissen te kweken, kan er op verantwoorde wijze gezond voedsel gekweekt worden. Het water kan trouwens gebruikt worden in de stadsboerderij als bemesting!

En waarom niet denken aan hernieuwbare energie? Ford Genk speelde met het idee om een grote biomassa-ketel te plaatsen om de boel te verwarmen. Ook daarvoor is nog altijd plaats op de terreinen van de Ford. Op de open grond tussen de terreinen en loodsen, op omliggende stroken etc kan biomassa geteeld worden. Een gemengde aanplant van snelgroeiende plaatselijke houtsoorten, gecombineerd met Miscanthus en verder aangevuld met snoeihout van de stad Genk zelf (als OVAM wil meewerken natuurlijk) kan een biomassa ketel voeden. De gewasresten van de stadsboerderij gemengd met GFT-afval van de stad kunnen in een vergister. Beide systemen samen voeden turbines met hogedrukstoom voor elektriciteit, de restwarmte kan dienen voor de gebouwen te verwarmen en eventueel langsliggende (stads)wijken.
De daken van de loodsen kunnen gebruikt worden om via zonnepanelen stroom op te wekken, al ben k daar echt geen fan van, maar de daken kunnen ook gebruikt worden om algen te kweken, die omgezet kunnen worden in biodiesel of bio-ethanol.

En waarom geen woongelegenheid? In de loodsen kunnen volgens mij via een doos-in-doos-systeem wel wat woonblokken gemaakt worden. Prettig toch, in een groene, levende omgeving, vlak bij je werk, ruimte om de kids te laten spelen, lokaal gekweekte groenten en vis, en trots zijn op je werk bij EM Genk!

Ook is er natuurlijk plaats voor startende ondernemers. Een incubator in samenwerking met de universiteit en hogeschool, co-workingspace, labo’s en testruimtes.

De laatste plekjes kunnen ingevuld worden met ontspanning. Bars, mogelijkheid om kunst tentoon te stellen of muziek te spelen, misschien een kleine cinema (het moeten niet altijd gigantische zalen zijn!).

Dit is natuurlijk heel utopisch. Maar toch. Laat de overheid deze tegenslag aangrijpen als een opportuniteit, en geld steken in een ontwikkeling waar ruimte is om mensen te laten groeien, nieuwe technologieën kunnen ontstaan, er een organisch geheel ontstaat van basis noden (voedsel, huisvesting), werken en ontspannen. Laat Ford Genk een mogelijkheid zijn tot het ontwikkelen van een stad in een stad. Een zelfdragend geheel dat ooit pure industrie was, maar na het wegvallen van de Ford een toonbeeld van echte ontwikkeling.

 

By the way, ik sta altijd open voor een constructief gesprek hieromtrent met investeerders, overheid, lokale beleidsmakers en anderen die toekomst zien in dergelijk project. ‘t Is maar dat ge t weet he 😉
En als het ooit zo ver is, remember, you’ve read it here first!

Eitjes, Formidabel fastfood

Den Andrew vroeg of ik, naar aanleiding van Wereldeierdag, eens wat ei-recepten kon delen eventueel? Awel, met plezier!

Frietjes met rauw ei:

  • een portie versgesneden frietjes
  • 1 of 2 eieren
  • 200gr spekblokjes
  • peper en zout

Bak de frietjes zoals frietjes moeten gebakken worden. Dat wil dus zeggen, als je verse
frietjes maakt, (liefst handgesneden he…) voorbakken, laten uitlekken, afbakken tot ze zingen.
Terwijl de frietjes bakken, laat je ook de spekblokjes bakken. Bak deze zoals je ze zelf graag hebt. Uitgebakken, nog mals, kies maar. Maar probeer het moment dat t spek klaar is, en de frietjes uit het fritvet mogen zo dicht mogelijk bij elkaar te laten vallen. Kluts ondertussen de eitjes met het peper en zout.
Als de frietjes klaar zijn, doe ze dan snel in een kommetje, giet er de spekjes over, inclusief bakvet, en giet hier snel de geklutste eiers over. Door de hitte van de frietjes en het spek gaat het ei wat stollen.
Het ei dat niet stolt is een lekkernij om je frietjes in de doppen. Om vingers en andere lichaamsdelen bij af te likken!

Eiersoep met kip:

  • 1 liter kippebouillon
  • 3 eitjes
  • 300gr kippefilet
  • gemalen parmezaan (50gr)
  • peper en zout

De kippenfilet fijn snijden (nuja, naar smaak)
De stukjes laten meekoken in de kippebouillon (afhankelijk van de grootte lang of kort laten meekoken, ze moeten doorgaar zijn), ondertussen de eitjes klutsen met peper, zout en de parmezaan.
Als de bouillon lang genoeg heeft gekookt, het eiermengsel doorheen een zeef in de soep gieten. Direct erna met een houten lepel goed roeren, zodat er eiervlokken op het oppervlak ontstaan.
Meteen opdienen, indien nodig nog bijkruiden met grove peper.

Wil je meer weten over eieren? Surf dan eens naar www.ei.be

Ik sta elke dag blij op.

Sinds ik voor John Deere werk, sta ik elke dag blij op. Blij omdat ik aan de slag kan met het topmerk qua tractoren en grasmaaiers, blij dat ik mijn merk mag vertegenwoordigen, mijn dealers blij maken en klanten helpen.
Vroeger was het anders. Ik moest me uit mijn bed sleuren, en werd pas echt wakker nadat ik mijn eerste cola had leeg geslurpt. ‘s Avonds kon ik ook niet snel genoeg terug naar huis, blij dat ik de deur achter mij kon dicht trekken. Spijtig genoeg kon ik mijn zorgen niet achterlaten achter die deur, daar zorgde de baas wel voor…

Omdat ik al gekend was bij John Deere, was het gemakkelijk om er binnen te geraken. Een babbeltje op een beurs was genoeg om volgende stappen te zetten. Maar had ik die opportuniteit niet gehad, dan was ik waarschijnlijk op een jobsite als StepStone terecht gekomen.

Ik heb in mijn carrière al redelijk wat gesolliciteerd. Door omstandigheden heb ik een aantal keer een zomer zonder werk gezeten. Typische reactie van de mama: “Ja, en t is weeral vakantie he, nu zijn de studenten weer aant werken, ge ga niks vinden voor september he!”
Op zich vond ik dat niet zo erg, genieten van een vrije zomer. En in september, dan vloog ik er terug in. Zoals terug naar school was het voor mij terug aan de slag gaan.
De laatste weken van augustus begon ik jobsites af te schuimen, goochelde met kernwoorden in zoekvakjes, las vacatures en pikte er de interessante uit.
Het handige aan sites zoals StepStone is dat je niet alleen vacatures kan raadplegen, maar ook tips&tricks voor sollicitatiegesprekken kan terug vinden, of hulp voor het schrijven van sollicitatiebrieven.
Ben je op zoek naar werk, wil je van job veranderen, zoek je een nieuwe uitdaging? Ga dan zeker eens langs bij StepStone!

Rubber, naft en motorengebrul!

Ik heb een aantal jaren als vrijwilliger op het circuit gewerkt. Als ik dat aan mensen vertel, dan is meestal de eerste reactie: “Circuit?” Ja, autosport, rondjes rijden op een gesloten circuit met dikke racewagens!
Ik begon bij GLPK waar er een dikke Viper en Porsche Biturbo in de box stond, daarna ging ik naar Qvick met de Mini S3 en ik eindigde bij BRI, met een Volvo S40 BTCC. Heb ik met al die auto’s gereden vraag je je misschien af? Helemaal niet. Ik was al heel blij als ik eens een warm-up sequentie mocht doen.
Bij GLPK begon ik als webmaster, en mocht ik al eens een band aangeven bij een pitstop (rechts-achter). Bij Qvick zorgde ik er voor dat de banden op tijd in de box klaar stonden, op de juiste druk, gereed om op de wagen gevezen te worden. Bij BRI was ik box-verantwoordelijke, en had ik niet meteen iets met de banden te maken. Maar dat verhaaltje duurde maar een goeie 3 maand, dus algemeen gesteld heb ik in gans mijn circuit-carrière met de banden te maken gehad.

Van 26 tot 29 juli was het in Spa de 24h van Spa-Francorchamps. Het mooiste circuit ter wereld waar gedurende 24u geraced werd door de mooiste auto’s ter wereld. Porsche, Ferrari, Aston Martin, Audi, Lamborghini, Jaguar, noem maar op. En al deze bolides reden op Michelin-rubber.
66 auto’s die elk van het gepaste schoeisel moesten voorzien worden. Een huzarenstukje!

27 vrachtwagens zorgden voor het transport en de stockage van ongeveer 10.000 banden (6500 slicks, 3500 regenbanden) Ter vergelijking: in Le Mans was Michelin aanwezig met 12 vrachtwagens.  De banden werden aangevoerd van het Michelin hoofdkwartier in Clermont-Ferrand.
Voor Michelin is de overwinning in de 24 uur van Spa trouwens de derde zege in een langeafstandsrace in 2012. Eerder won Audi ook al de 24 uur van Le Mans en de 24 uur van de Nurburgring op MICHELIN-banden.

Het was dit jaar een natte 24u, die gewonnen werd door de Audi R8 LMS Ultra van Audi Sport Performance cars Team Phoenix, voor de Belgische merkgenoten van Audi Sport Team WRT (Haase/Mies/Ortelli). De derde plaats ging naar de BMW Z4 van het Duitse Vita4One. De leider in de tussenstand van het kampioenschap, het Belgische Marc VDS Racing Team (Palttala/Leinders/Martin), werd vierde en behoudt de leiding in het klassement.

Die keer dat ik nog eens naar de Quick ging

Het was alweer een tijd geleden, maar gisteren ben ik door omstandigheden nog eens in de Quick in Wemmel beland. Lang bij een klant blijven zitten, nog een volle namiddag, de Quick leek een goeie optie voor een snelle hap.
Ik ben buitengekomen met een maag in de knoop door frustratie en ergernis.

Bij het binnenkomen hangen er in de Quick papiertjes op. Zo nieuwsgierig als ik ben, ga ik die dus eens lezen. Spijtig genoeg was er in de hele keet geen enkel van die papiertjes in het Nederlands te vinden. Eentalig franstalige vacatures. In Wemmel. In de vacature ook geen taalvereisten omschreven.
Dit was al genoeg om wat frustratie op te wekken. Ik ben namelijk opgegroeid in Wemmel, de prachtige Vlaamse gemeente tegen Brussel, met faciliteiten voor de Walen. Ik heb de verfransing zien komen, eerst met mondjesmaat, nu ruwweg agressief.

Maar bon, ik ging mijn dag niet laten verknallen door dit futiliteitje. Tot ik aan de besteltoog kwam. Klanten voor mij in het frans, en dat ging allemaal goed en vlot. Toen het mijn beurt was, werd ik hartelijk onthaald met een opgewekte “Bonjour!” Ik antwoordde met “Goeiedag” en plots stond er een arrogante klootzak voor mij. Ik kan het niet anders uitdrukken…
Volhardend nam hij mijn bestelling op in het frans, ook al antwoordde ik op elk van zijn vragen in het Vlaams. Een Big Bacon menu is blijkbaar iets anders in het Vlaams, want ik kreeg een Giant (een Gé-an gelijk ze t zeggen daar…). Heel traag en duidelijk articulerend kreeg ik dan toch aan de persoon aan de andere kant wijs gemaakt dat ik geen Giant had gevraagd maar een Bacon.
Bij het afrekenen kreeg ik natuurlijk in het frans te horen wat mijn schuld was. Meermaals “Excuseer” en “Pardon” monden uiteindelijk uit in met de vinger naar de kassa wijzen en kwaad naar mij kijken.
Ik ben de klant, ik verwacht op zijn minst wat klantvriendelijkheid. En als het even kan was ik graag in een Vlaamse gemeente geholpen worden in mijn moedertaal, het Nederlands. Dit is blijkbaar voor deze Quick-vestiging teveel gevraagd.

Behalve dit gedrag zorgde taferelen in de keuken ook voor een sterk verminderde eetlust. Zonder haarnetjes burgers stapelen, gasten op vuile, afgestampte schoenen, met eten naar elkaar gooien, tijdens het burger-bouwen zelf een stuk burger in de mond proppen, geroep en gescheld… Echt top, die nieuwe opengewerkte keuken met inkijk.

Beste Quick Wemmel en Quick algemeen, Wemmel is nog altijd een Vlaamse gemeente. De aankondigingen en andere mededelingen horen dus in het Vlaams te zijn. Dat er ook franse briefjes ophangen, tot daar aan toe, het blijft een faciliteitengemeente. Maar dit gaat echt te ver.
Als Vlaamse klant word ik ook graag bediend in mijn moedertaal, en niet als vuil behandeld omdat ik Vlaming ben.
Is het zo moeilijk om personeel te vinden dat tweetalig is? Indien ja, dan zit er niks anders op dan het personeel dat nu voor Quick Wemmel werkt op taalcursus te sturen zodat ze zich toch een beetje in het Nederlands kunnen uitdrukken. En misschien direct ook een cursus klantvriendelijkheid.
Qua hygiëne, kijk, dat is jullie probleem. Ik kon het alleen maar constateren, en besluiten dat het de laatste keer was dat ik nog een voet binnen zette in deze Quick-vestiging.

Ik verwacht een concreet antwoord op bovenstaande vragen, en in de zeer nabije toekomst ook een oplossing.

Ik hoor het graag!

 

 

EDIT: Ik heb van de zelfstandig uitbater van de Quick in Wemmel volgende reactie gekregen:

 

Geachte heer,

 

Mijn naam is H.Z.  en ik ben zelfstandig zaakvoerder van de Quick te Wemmel.Via de klantendienst van Quick werd ik op de hoogte gesteld van uw onaangenameervaring in mijn restaurant en ik wens mij hiervoor allereerst te verontschuldigen.

Het taalgebruik in mijn restaurant is voor mij geen futiliteit . Dat een aankondiging voor vacatureenkel in het frans is kan niet voor mij en het kaderpersoneel weet dit nochtans. Ik heb dit danook onmiddellijk laten aanpassen.

Wat betreft het onthaal verwacht ik een minimum aan tweetaligheid , met name de klant in zijneigen taal bedienen , ook door “franstalig personeel”. Jammer genoeg , en dit is niet de eerste keer zijn er personeelsleden die het vertikken dit toe te passen , ook al kunnen ze zich wel behelpen in het Nederlands. ( zo moeilijk is een onthaal bij Quick nu ook weer niet). Weet wel dat wij heden bijna geen Nederlandstalige kandidaturen meer ontvangen en dat taal wel een selectiecriteria is.

Daarnaast heb ik begrepen dat de houding van de kassier allesbehalve vriendelijk en “correct” was.

Dergelijke houding kan absoluut niet !Ook de taferelen in de keuken zijn zeer onprofessioneel en stroken totaal niet met mijn visie op vlak van kwaliteit en hygiëne.  Ik ga ervan uit dat u vrijdagnamiddag in het restaurant bent geweest en ik zal dan ook niet nalaten te checken wie er op dat moment aan het werk was en hen wijzen op hun verantwoordelijkheid en contractuele verplichtingen.

Daarnaast zal ik een algemene richtlijn lanceren naar kaderploeg op vlak van communicatie en vertrekt er een persoonlijk schrijven naar alle medewerkers om hen te wijzen op hun contractuele verplichtingen wat betreft het tweetalig onthaal.

Ik zal eventueel taalcursussen overwegen indien dit nodig zou blijken.

 Dank voor uw reactie

 Vriendelijke groeten

 H.Z.

Zaakvoerder Quick Wemmel