De toekomst van (Ford) Genk

Wat een klap deze week op de radio. Het nieuwsbulletin van 9u was nog niet goed bezig of er kwam al info binnen uit Genk. De directie had een kort bericht voorgelezen van de Amerikaanse directie, dat Ford Genk sluit als de huidige modellen uit productie gaan, pakweg eind 2014. 10.000 mensen, directe en indirecte werknemers vallen plots zonder werk. Mensen die hun hele leven bij Ford hebben gewerkt, die als koppel elk hun plaats aan de band (of op de bureau) hadden.
Een ongelooflijke klap voor de mensen, de stad, de provincie, Vlaanderen en België.

Maar, ik probeer vol te houden aan wat ik preek, namelijk dat elke tegenslag een opportuniteit kan zijn. Ik ga me hier niet uitlaten over de houding van de ministers of regering, over hoe schandalig het is, en of brugpensioen al dan  niet ok is.
Ik wil eens nadenken over wat wel kan in Genk, namelijk het stof afschudden en naar een toekomst werken.

Een eerste idee is in de automobielsector blijven. Er is in Genk heel veel knowhow over hoe een auto moet gebouwd worden, er zijn mensen die capabel zijn om auto’s in elkaar te vijzen. “Maar de fabriek sluit omwille van overcapaciteit” hoor ik je denken. Inderdaad, ik denk dan ook niet aan gewone standaard wagens.
Ook in de krant deze week: “Brussel wil tienduizenden parkeerplaatsen schrappen.” Ook al lijkt dat ondoenbaar, en in de verste verte heeft dit niks te maken met Genk en Ford, maar toch… er is een link.
Steden gaan dringend op zoek moeten gaan naar oplossing voor de mobiliteitsproblemen die ze nu ondervinden. Een uitgebreid netwerk van klein openbaar vervoer biedt hier een oplossing.
Tadaaa, Ford Genk wordt EM Genk (ElectroMobile Genk).
Een samenwerking tussen Universiteit Hasselt en wat rest van Ford Genk, de universiteit doet onderzoek naar mobiliteit, milieu en samenleving, EM Genk zorgt voor de concrete uitwerking van de oplossingen van de universiteit.
Ik denk bijvoorbeeld aan smartgrids, draadloos elektro-voertuigen laden, elektrovoertuigen zelf.
Stel je een stad voor, waar je langs de rand parkeert met je Focus of Mondeo, die niet langer welkom is in de stad. Of je neemt de trein tot een bepaald station. Daar stap je over op klein openbaar vervoer. Een licht elektrisch voertuig, dat plaats biedt voor een 8tal mensen (De EM eCityGo) , dat je quasi aan de deur van je werk afzet, voor de cinema dropt of je doorheen een park naar de bib brengt.
Of elektrische fietsen (de EM eCityBike) die via een fietsverhuurnet deze minitransporters verder aanvullen.
De winkels, restaurants en dergelijke worden beleverd met een compact elektrisch vrachtvoertuig (de EM eCarGo).
Er kan in samenwerking tussen unief en nieuwe onderneming een hele lijn van compacte, modulaire voertuigen en transportoplossingen ontwikkeld worden.
En zoals er fietsverhuurdiensten zijn, kunnen 2 en 4zits personenwagentjes ook gehuurd worden voor langere of specifieke transporten.

Behalve de mobiliteits-oplossingen is er ook ruimte voor voedselproductie op wat rest van Ford Genk.
Ik weet niet hoe groot de parkings zijn aan de Ford, maar ik neem aan dat dat toch enkele hectaren inneemt. Niet al die hectaren moeten parking blijven. Er is plaats voor een stadsboerderij, iets dat mooi past in het hele duurzame ontwikkeling verhaal, met minimale impact op mobiliteit. De parkings moeten niet opgebroken worden, gewoon in containers, verhoogde bedden en plantzuilen kunnen groenten en kleinfruit lokaal geteeld worden voor lokale afzet. Misschien niet de gigantische creatie van werkgelegenheid, maar goedkope, lokale groenten.
Behalve groenten en fruit is er zeker ook ruimte voor piscicultuur. Verschillende fabriekshallen gaan leeg staan. Door deze aan te wenden om in gesloten systeem vissen te kweken, kan er op verantwoorde wijze gezond voedsel gekweekt worden. Het water kan trouwens gebruikt worden in de stadsboerderij als bemesting!

En waarom niet denken aan hernieuwbare energie? Ford Genk speelde met het idee om een grote biomassa-ketel te plaatsen om de boel te verwarmen. Ook daarvoor is nog altijd plaats op de terreinen van de Ford. Op de open grond tussen de terreinen en loodsen, op omliggende stroken etc kan biomassa geteeld worden. Een gemengde aanplant van snelgroeiende plaatselijke houtsoorten, gecombineerd met Miscanthus en verder aangevuld met snoeihout van de stad Genk zelf (als OVAM wil meewerken natuurlijk) kan een biomassa ketel voeden. De gewasresten van de stadsboerderij gemengd met GFT-afval van de stad kunnen in een vergister. Beide systemen samen voeden turbines met hogedrukstoom voor elektriciteit, de restwarmte kan dienen voor de gebouwen te verwarmen en eventueel langsliggende (stads)wijken.
De daken van de loodsen kunnen gebruikt worden om via zonnepanelen stroom op te wekken, al ben k daar echt geen fan van, maar de daken kunnen ook gebruikt worden om algen te kweken, die omgezet kunnen worden in biodiesel of bio-ethanol.

En waarom geen woongelegenheid? In de loodsen kunnen volgens mij via een doos-in-doos-systeem wel wat woonblokken gemaakt worden. Prettig toch, in een groene, levende omgeving, vlak bij je werk, ruimte om de kids te laten spelen, lokaal gekweekte groenten en vis, en trots zijn op je werk bij EM Genk!

Ook is er natuurlijk plaats voor startende ondernemers. Een incubator in samenwerking met de universiteit en hogeschool, co-workingspace, labo’s en testruimtes.

De laatste plekjes kunnen ingevuld worden met ontspanning. Bars, mogelijkheid om kunst tentoon te stellen of muziek te spelen, misschien een kleine cinema (het moeten niet altijd gigantische zalen zijn!).

Dit is natuurlijk heel utopisch. Maar toch. Laat de overheid deze tegenslag aangrijpen als een opportuniteit, en geld steken in een ontwikkeling waar ruimte is om mensen te laten groeien, nieuwe technologieën kunnen ontstaan, er een organisch geheel ontstaat van basis noden (voedsel, huisvesting), werken en ontspannen. Laat Ford Genk een mogelijkheid zijn tot het ontwikkelen van een stad in een stad. Een zelfdragend geheel dat ooit pure industrie was, maar na het wegvallen van de Ford een toonbeeld van echte ontwikkeling.

 

By the way, ik sta altijd open voor een constructief gesprek hieromtrent met investeerders, overheid, lokale beleidsmakers en anderen die toekomst zien in dergelijk project. ‘t Is maar dat ge t weet he 😉
En als het ooit zo ver is, remember, you’ve read it here first!

Een stadsboerderij in Brussel!!

Saraswati Matthieu, een Groen politiek beest twitterde vroeger vandaag volgende tweet:

@msaraswati: Stadsboerderij op dak slachthuizen brusselnieuws.be/artikel/stadsb… soms is BXL de coolste stad ever #groenwerkt#fb

Hoe cool is dat? Een stadsboerderij in Brussel. Boven op het dak van de nog te bouwen voedingshal aan het slachthuis van Anderlecht, den Abbatoir zoals we plegen te zeggen. 30 are oppervlakte om groentjes te kweken, die lokaal kunnen afgezet worden. En de keuze gaan ook naar lokale groenten, zoals spruitjes (Brussels sprouts) of witloof (endives de Bruxelles). Deze worden verder aangevuld met asperges, verschillende soorten sla, worteltjes, champignons, prei etc.
Strikt praktisch heb ik enkele vraagtekens, zoals bvb de teelt van witloof is een 2jarige teelt, die zeer diverse omstandigheden nodig heeft om zowel wortels te telen als de kroppen te forceren.
Ook heeft bvb de teelt van asperges een totaal andere grond nodig dan champignons. Maar de specialisten ter zake zullen hier wel het nodige voor doen.

Ergens ben ik stiekem jaloers… Ik speel al heel lang met die idee, maar praktische uitwerking is moeilijk…. Het is een experiment waar het nodige budget moet voor uitgetrokken worden.

Maar ik ben wel blij. Zeer blij.
Een dergelijk project heeft invloed op verschillende vlakken. Den Abbatoir ligt vlakbij of in Kuregem, de “ambetantste” wijk van Brussel. Hoge werkloosheid, veel laaggeschoolden, armoede, criminaliteit. En als gevolg daarvan verloedering, slechte eetgewoontes of toegang tot (vers) voedsel, achteruitgang.
Een project als dit kan een uitkomst bieden voor de vele jongeren die op straat rond hangen.
Okay, op 30 are kan je geen 100 man te werk stellen, maar er gaat wel volk nodig zijn. Volk om in “de tuin” te werken, zaaien, wieden, onderhouden en oogsten. Volk om de bijhorende winkel te bemannen en de verse producten aan te prijzen.
Hopelijk zorgen deze mensen voor een sociale opwaardering door contacten met de klanten, door een positief gevoel over hun job, door dit uit te dragen.
De gekweekte groenten worden lokaal aan de man gebracht, de negatieve impact op het lokale leefmilieu is dus quasi nihil. Geen vrachtwagens die groenten over grote afstand aanvoeren. Geen luchtvervuiling, lawaai en gevaarlijke situaties.
De boerderij zelf heeft een aantal positieve invloeden op de omgeving, al zijn het kleine, maar vele kleintjes maken 1 groot. Zo vormt de tuin een regenwaterbuffer. Al het regenwater dat niet in het riool terecht komt zorgt voor minder belasting op de waterzuiveringsinstallaties. De planten zorgen voor een zekere vorm van luchtzuivering, al is dit maar miniem. Maar zoals ik al zei, alle beetjes helpen.

De stadsboerderij past in een groter geheel dat Kuregem en de buurt rond het slachthuis moet opwaarderen. Ik hoop dat er op meerdere plekken in Brussel dergelijke projecten worden opgestart. Maar over die hoop later meer, als ik mijn Masterplan Brussel uit de doeken doe 🙂

Het project kan rekenen op geld van het Gewest en de Europese Fondsen voor Regionale Ontwikkeling (Efro). Het project past in het masterplan voor de ontwikkeling van de site van de slachthuizen, goed voor een investering van 21 miljoen euro.
Een duurzame evolutie kan van Brussel terug een leefbare, aangename stad maken. Een evolutie die verder gaat dan economisch of bouwkundig, een evolutie die open staat voor het leven, sociale vooruitgang, een leefbare omgeving, waar mensen zich effectief goed voelen.