Automutilatie is het woord voor zelfbeschadiging of zelfverminking, zoals gebruikt in de geneeskunde in het algemeen en in de psychiatrie en de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap in het bijzonder.
Automutilatie, dat klinkt vies he? Zelfverminking, jezelf pijn doen om de een of andere reden.
Het is vandaag, 1 maart, Self Injury Awareness Day. Een dag om effe stil te staan bij zelfverminking. Het is nodig. Zelfverminking is dikwijls onopvallend, verstopt onder lange mouwen of een coltrui. Verstopt onder broekspijpen of het occasionele verband.
Ik vind het een mooie dag om er even bij stil te staan dat er mensen zijn die het nodig vinden, nodig hebben, om zichzelf te krassen, snijden, krabben, verbranden…
Ik vind dat nodig, omdat ik de beide kanten ken van de lijn. Ik heb mensen rondom mij gezien met zelf toegebrachte wondes, littekens die ze voor de rest van hun leven meedragen.
Ikzelf heb ook gesneden, gekrast, gekrabd.
Neen, ik was geen emo, en neen, het ging niet om aandacht, die wou ik niet.
Hoe kwam het dat ik mijzelf pijn deed? Waarom deed ik dat?
Als puber was ik een redelijk stil en terug getrokken ventje. De mensen die ik op school kende, hield ik uit mijn privé-leven. De mensen die ik privé kende, wisten bitter weinig van wat ik deed op school. De mensen die ik op vrijdag en zaterdag in het jeugdhuis tegen kwam, zag ik doorheen de week niet.
Dat veranderde toen ik mij begon in te zetten voor ons jeugdhuis, eerst JH ‘t Gemak in Relegem, daarna JH Kwamma in Wemmel.
Ik bloeide open en voelde me goed, goed bij het vele sociaal contact, goed bij mijn vrienden, ik voelde me goed.
Maar altijd was er wel ergens dat donker wolkje. Een gevoel dat ik meedroeg… Minderwaardigheidscomplex, het gevoel dat het nooit goed genoeg was, iedereen was altijd beter, grappiger, knapper, sterker, rijker, tout court, beter.
Een tegenslag was voor mij het bewijs dat het inderdaad zo was. En ik had niet eens een tegenslag nodig om van heel blij naar heel boos, bang en depri te gaan. Ups and downs, moodswings.
Ondertussen hielp ik mensen rondom mij om te babbelen, over hun problemen, proberen een uitweg te zoeken uit hun destructief gedrag.
Maar als ik het nodig had was er niemand die naar mij luisterde. En ik had het nodig. Dingen die voor iemand anders als een futiliteit overkwamen, waren voor mij een zware klap. Een lief dat het uitmaakte was voor mij quasi onoverkomelijk. Ik was een grote brok onverwerkte emoties.
Babbelen in een CGG hielp effe, maar niet lang genoeg.
En dan kwam er plots een opeenvolging van klappen. Vele kleintjes maken 1 groot. Ik verzeilde in een negatieve spiraal…
Mijn werk stond me niet aan, maar ik had niet de kracht om mijn lot in eigen handen te nemen. Mijn lief liet mij vallen omdat het niet meer ging, maar eigenlijk sliep mijn beste maat al een week bij haar. Mijn ouders waren aan het scheiden, en ik kon er niet over babbelen, omdat ik gewoon mijn emoties omtrent die scheiding niet kon ordenen.
Ik weet nog hoe ik me van dag naar dag sleepte, en hoe ik die eerste keer, na een heel lang msn-gesprek met een vriendin (die zelf veel sneed), dat zakmes bovenhaalde, het mes open klikte en traag in mijn pols sneed. Niet daar waar de aders liepen, maar in het vlees, de spier. En niet zo diep dat er bloed volgde, maar diep genoeg zodat er een mooie kras achter bleef. Van uit die kras voelde ik hoe de pijn doorheen mijn lichaam gutste, en de mentale pijn verdrong. Ik wist waarom ik pijn had, ik wist dat het van die kras kwam, en niet van mijn hart/verstand.
Nadien heb ik te pas en te onpas naar alles wat scherp was gegrepen. Bankkaart, passerpunt, messen, een papier dat in een punt gevouwen was. Alles wat krassen op mijn huid naliet was goed.
Er ontstond een verslaving. In het begin was een beetje fysieke pijn genoeg om veel mentale pijn weg te jagen. Maar hoe meer ik kraste, hoe meer ik het nodig had.
Ergens in 2001 ben ik begonnen met krassen, en dat heeft geduurd tot ergens halverwege 2005, toen ik heb geleerd van emoties te uiten, en ik iemand had die zonder woorden wist wat ik wou zeggen, laten voelen, en mij toe liet van dat te doen.
Veroordeel iemand die zichzelf verminkt niet direct. Weet dat er altijd een achterliggende reden is. Geef de persoon de tijd om die reden te vinden, begeleidt hem/haar.
En als je het niet meer alleen aan kan, zoek hulp.
Snij of kras je zelf, zoek dan een manier om mensen toe te laten die je kunnen en willen helpen. Neem niet zo maar iedereen in vertrouwen, maar als je iemand vertrouwt, vertrouw ze dan 100%
En oja, snijden of krassen is niet nodig. Laat eens ijs-ijskoud water over je polsen stromen. Het zelfde gevoel, zonder de littekens.