De toekomst van energie

Ik ben altijd redelijk begaan geweest met alles wat met biomassa te maken had. In eerste instantie vooral de technische kant van de zaak (verkleinen, zeven etc), maar gaandeweg ook meer en meer geïnteresseerd geraakt in het energetisch potentieel van de verschillende vormen van biomassa.
Door mijn groeiende interesse in hernieuwbare energie uit biomassa volgde automatisch ook interesse in andere hernieuwbare energiebronnen. Zonne- en windenergie, waterkracht, geothermaal, and so on.

Ondertussen ben ik werkzaam in de biomassa-sector en ben ik er van overtuigd dat het biomassa zal zijn die de grote energievraag van de toekomst opvult.
Waarom? Wel, daar zal ik in onderstaande blogpost een antwoord op geven.

Een zeer belangrijke zaak voor de energiebron van de toekomst is het CO²-neutraal zijn. Verder zal veiligheid en hernieuwbaarheid een belangrijke rol spelen. Omwille van die reden hou ik geen rekening met kernenergie in deze post.
Kernenergie is CO²-neutraal, maar er zijn grote vraagtekens bij de veiligheid en er wordt nog altijd gewerkt met een niet-hernieuwbare energiebron.

Biomassa

Biomassa is een volledig hernieuwbare energiebron, die quasi-CO²-neutraal is. Ongeveer alle plantendelen kunnen gebruikt worden als energiebron, eventueel nadat ze eerst voor andere toepassingen gebruikt zijn. Afhankelijk van de plantendelen en een resem andere factoren zoals vochtinhoud, vervezeling van de plantendelen, fractionering etc kan de biomassa verbrand, vergast of vergist worden, kunnen ze via pyrolyse of torrefactie geconditioneerd worden voor verdere bewerkingen en kan het energiepotentieel verhoogd worden.

Op dit ogenblik is het zo dat er eigenlijk 2 stromingen binnen de biomassa zijn.
De eerste is het hout. Hout wordt gechipt of geshredderd en afgevoerd voor verbranding. Eventueel wordt het hout voor het verbrandingsproces nog in pellets of briketten geperst.
De 2de stroom is het zachtere materiaal, dat aangewend wordt voor biogas. Meestal gaat het hier over energiemais of andere energie-teelten maar meer en meer worden ook andere zaken toegepast zoals dierlijke bijproducten, restafval van chemische nijverheid, GFT-afval of bermmaaisel.
Om het gebruikt en de opbrengst van biomassa te verhogen zal in de toekomst vooral moeten uitgekeken worden naar ofwel biomassa-boilers die een zeer breed spectrum van stoffen kunnen verbranden, ofwel de grondstoffen zo gaan conditioneren dat ze op bredere schaal kunnen ingezet worden.

Eigenlijk moet het geheel zo bekeken worden dat elke vorm van plantaardig materiaal, of het nu reeds bewerkt/verwerkt is of niet, een potentiële energiebron is.

Door de juiste conditionering en een logistieke keten afgestemd op de energieproductie zal biomassa een stabiele, veilige en CO²-neutrale basisbron zijn van onze toekomstige energiebehoeftes.
Waar vooral ook rekening mee moet gehouden worden is het feit dat biomassa, als enige alternatieve energiebron, een continue, stuurbare bron van energie is.

Zonne-, wind- en golfkracht

Waarom deze 3 vormen van alternatieve energie bij elkaar in 1 ondertitel? Omdat ze 1 ding gemeen hebben… onvoorspelbaarheid.
Jan-met-de-pet denkt bij hernieuwbare energiebronnen aan hun dak vol zonnepannelen of de windmolens die liefst niet in hun achtertuin staan. Net als bij biomassa is er een energiebron nodig, de zon en de wind die door de zonnepanelen of de windmolens omgezet worden in elektriciteit. Maar de zon schijnt niet altijd, en de wind is ook geen constante.

Ik hoop dat het besef snel groeit dat zonnepanelen en windmolens niet de oplossing zijn om in 2020 20% van onze energie uit hernieuwbare bronnen te halen.

Waar ik wel toekomst in zie is de toepassing van SmartGrids om de piekenergie van zonnepanelen en windmolens zo te gaan verdelen over het net dat deze gebruikt wordt daar waar hij effectief nodig is, en misschien zelfs kan opgeslagen worden om te kunnen voldoen aan een latere vraag.

Burgemeester zoekt alternatief voor windmolens

Zo titelt ondermeer Het Nieuwsblad vandaag.
Men wil in Merchtem windmolens zetten. Na veel onderzoek is er 1 locatie geschikt bevonden, namelijk de Hoge Jan op de grens tussen Peizegem en Buggenhout. Toen ik dit de eerste keer las, enkele weken geleden, had ik er al mijn bedenkingen bij, en met dit nieuwe artikel wordt het er niet beter op…

Ik ben een grote voorstander van alternatieve, hernieuwbare energiebronnen. Maar blijkbaar bekijk ik de zaken vanuit een ander perspectief dan de meeste mensen rondom mij… Zo ben ik geen grote voorstander van windmolens en zonne-energie. (Daarover meer in een andere blogpost.)

Wat met opvalt in het krantenartikel is dat 1 negatief advies voldoende is om het project niet te laten doorgaan. Geachte Heer Burgemeester, Beste Eddy, bij deze een negatief advies, ook al is het van een burger.
Windmolens zijn niet de toekomst van de hernieuwbare energie, zeker niet in Merchtem. Windmolens zijn hoogstens een aanvulling op continue energiebronnen.

Concreet voor Merchtem zouden windmolens niet meer zijn dan enkele storende elementen in het landschap die enkel bij wind piek-energie leveren, maar globaal genomen niet voldoende om 70% van de inwoners te voorzien van groene energie. Willen we de alom gekende skyline van Merchtem, met als enige herkenningspunt de oude Ginder-Ale brouwerij, echt bezoedelen met laag-rendement vehikels?

Naar mijn bescheiden mening moet een landelijke gemeente als Merchtem volop de kaart trekken van biomassa. Merchtem heeft nog altijd een hele resem actieve boeren, waaronder enkele zeer grote jongens. Merchtem heeft enkele industrietakken die bij de toepassing van biomassa gebaat zouden zijn. Merchtem heeft een niet onaardig areaal aan bermkanten, boskanten en kleine landschaps-elementen. De inwoners van Merchtem brengen jaarlijks redelijk wat groen- en GFT-afval naar het containerpark.

Door een gedecentraliseerd systeem van gekoppelde biomassa-units kan Merchtem zichzelf voorzien van elektriciteit en warmte.

Wat hieronder volgt is een denkoefening die ik hier nu maak, en natuurlijk openstaat voor herwerking, discussie en de nodige bedenkingen.
Continue reading “Burgemeester zoekt alternatief voor windmolens”

Het heeft lang geduurd….

In juni 2010 kreeg ik, niet geheel onverwacht, mijn ontslag… (zaak draaide niet zoals het hoorde, input was quasi 0, interesse in wat ik deed was naar mijn gevoel onbestaande…)
Het liet me eigenlijk redelijk koud, want zelf dacht ik er aan om na mijn proefperiode niet verder te gaan met die firma toen.

Ik was ondertussen al bijna 3 jaar niet zo goed bezig… Een eigen zaak die niet de hoge vlucht nam die ik hoopte/had uitgerekend, redelijk labiele gezondheid etc. De vrije tijd die ik plots kreeg was welkom. Enerzijds kon ik mij concentreren op Donut, anderzijds kon ik me concentreren op mezelf. Zelf eens uitzoeken hoe het met me ging, waar ik naar toe wou en hoe ik dit ging aanpakken.

Ik had ondertussen genoeg ervaring met jobs die ik deed, maar niet me de volle goesting. Ervaring die zich uitte in slecht slapen, onfris opstaan en mezelf de dag doorsleuren. Op werkgebied had ik dus redelijk snel een besluit genomen. Ik zou enkel nog gaan voor die ene job die ik _echt_ graag zou doen.
Nu is het zo dat ik in een redelijke niche-markt zit. Waar de jobs voor ITers, marketingmannen/vrouwen en social media experts in mijn ogen redelijk dik gezaaid zijn, is het in de agrarische/biomassa-sector maar een mager beestje.
Daardoor had ik dus niet veel sollicitaties, en nog minder concreet uitzicht op een nieuwe job.

Achter de schermen (maw, niet op twitter/facebook/blog) deed ik mijn ding. Ik trainde Donut tot wat ze is geworden, ik hielp op de bloemisterij (mijn grootvader wordt stillekesaan oud, en ik spring dan zeer graag bij wanneer nodig), ik pluisde de gespecialiseerde pers uit en schreef ondertussen artikels. Dit alles natuurlijk zoals het hoort (legaal enzo, moest je je er vragen bij stellen…)
Het feit dat dit achter de schermen gebeurde zorgde op een gegeven moment bij een aantal kennissen/twittervrienden voor frustraties. Begrijpelijk, maar in mijn ogen een beetje onterecht. Ik had liever gehad dat over dergelijke frustraties kon gesproken worden in plaats van dat ik via via iets moest opvangen. Maar zoals ik al zei, begrijpelijk…

Het tij keerde onlangs. Het heeft lang geduurd, maar plots op een blauwe maandag zag ik een vacature voor Operations Manager voor een firma gespecialiseerd in biomassa. Na een kort gesprek op het interim/selectiebureau en een langer gesprek met de bazen kon ik op 1 februari aan de slag.
Ondertussen zijn we ongeveer anderhalve maand verder, en kan ik zeggen dat ik gelukkig ben in mijn job. Ik regel transporten, zoek partijen hout(chips), hou contact met de energie/verwarmingscentrales, boek boten en zorg dat ze gelost of geladen worden. De dagen beginnen dikwijls vroeg, en stoppen doe ik als ik in slaap val. Maar ik sta graag op, en vind het niet erg dat er om 8 of 10u ‘s avonds nog een telefoontje binnenloopt.
Ik babbel met de chauffeurs van trekker, bulldozer of vrachtwagen, en leer bij. Ik babbel met de ingenieurs van pakweg Electrabel, en leer bij. En ik heb het gevoel dat mijn kennis er mooi tussenin past.

Ja, ik ben gelukkig in mijn job. Het heeft lang geduurd, maar nu kan ik zeggen dat de tijd die ik genomen heb me naar deze situatie heeft geleid. Tijd waarin de wandelingen met Donut een moment van reflectie waren, tijd waarin de #20KK van Koen Delvaux me dingen liet inzien, zowel toen ik voor de camera zat als toen ik kookte voor Koen en Patrick. Tijd die ik online spendeerde… tegelijk twitterend en zeverend, maar ook zoekend en speurend naar dat wat me bezig hield.

Bedankt voor jullie begrip in die tijd, en aan degene die ik gefrustreerd/op de zenuwen heb gewerkt, sorry, laat het toch maar niet aan je hart komen!

Ik doe mijn job graag.

100% Belgisch Groen

Enkele dagen geleden zat hier een folder van Electrabel in de bus. Met onder meer een stuk over 100% groene Belgische stroom. En als er nu iets is dat bij mij gevoelig ligt/mij mateloos interesseert, dan is het wel groene stroom. Vooral die uit biomassa.
Zo was ik ook uitermate geïnteresseerd in het nieuws van de nieuwe centrale van Electrabel “Max Green”. Max Green is een project in Rodenhuize, nabij Gent, waar een oude steenkoolcentrale omgebouwd wordt om op 100% biomassa te draaien. De ombouw vroeg een investering van 125 miljoen euro, en zal stroom leveren voor 320.000 gezinnen.

Op Energiekonline kan je 5 redenen lezen waarom je zou moeten kiezen voor groene energie.

Zo heb je bijvoorbeeld:

100% groen, 100% Belgisch

  • De groene energie van Electrabel is uitsluitend afkomstig van hernieuwbare bronnen zoals wind, water, zon en biomassa.
  • Deze energie is van 100% Belgische origine en dat wil wat zeggen.
  • Electrabel is de enige energieleverancier die garandeert dat voor elke kWh groene energie die u verbruikt, een kWh geproduceerd wordt op basis van hernieuwbare energieën van Belgische origine.

Of

Goed gelabeld

  • Het onafhankelijke organisme Vinçotte kende Electrabel het label ‘Groene Elektriciteit van België’ toe.
  • Dat label bewijst dat de groene elektriciteit die Electrabel voor haar residentiële klanten produceert, 100% Belgisch is.
  • Sommige leveranciers kopen garanties van buitenlandse oorsprong en voorzien hun Belgische klanten van ‘grijze’ elektriciteit.

Dat groene energie uitsluitend afkomstig is van hernieuwbare bronnen lijkt me vrij logisch. Maar dan komt het….
Deze energie is van 100% Belgische origine.
Een artikel in HLN heeft het ook over Max Green. En daarin kunnen we lezen dat de centrale gaat werken op Canadese houtpellets. Ofwel moet er de afgelopen tijd iets gebeurd zijn dat de pers niet gehaald heeft, maar naar mijn weten is Canada (nog) geen Belgische provincie. Dus voor de 100% Belgische groene stroom haalt GDF-Suez de houtpellets in Canada…
Een andere vraag die ik me dan stel is hoe groen die stroom nog is. In Canada worden bomen gerooid, die worden versnipperd, daarna verpulverd om tot pellets geperst te kunnen worden. Nadien moeten deze pellets gedroogd worden. Nadien worden ze hopelijk meteen de boot op gegooid, indien niet eerst met trein of vrachtwagen over het land getransporteerd. Eens ze in de boot zitten, vertrekken ze voor de lange reis naar de Gentse haven. Ik denk dat op dat ogenblik een steenkoolcentrale misschien minder CO2 in de lucht heeft gepompt.

“Goed gelabeld” die handel. Welke criteria heeft Vinçotte gebruikt om te bepalen dat deze centrale “Groene Elektriciteit van België” genereert?
Misschien dient deze energieproductie enkel voor industrie? En komt deze niet bij de particulier terecht? Allemaal zeer vaag….

Max Green zal, eens ze volledig draait, 1 miljoen MWh aan elektriciteit produceren. Electrabel krijgt hiervoor 100 miljoen euro aan groenestroomcertificaten per jaar, goed voor 1 miljard over een periode van 10jaar. Op een moment dat voor de particulier en de kleine ondernemingen die bezig zijn met duurzame energie, de kraan van de groenestroomcertificaten dichtgedraaid wordt, krijgt Electrabel van onze Vlaamse Regering de garantie dat voor hun de zaak nog 10 jaar ongemoeid gelaten wordt.
Om deze GSC te kunnen betalen worden belastingen aangesproken. Inderdaad, jouw geld wordt gebruikt om Electrabels monsterwinsten te garanderen.
En niet alleen de GSC zorgen voor een winstgarantie… De groene stroom die je koopt bij Electrabel komt ook duurder uit dan de standaard “grijze” stroom…

Goed bezig jongens!

(Kleine Update: Volgens Freya Van den Bossche is er geen garantie dat deze centrale 10jaar de GSC krijgt… – De Morgen)

Opgelet! Dit is geen speelgoed!

Deze middag hoorde ik op de radio een reclamespotje. Reclamespotjes zijn standaard te horen op de radio, voor auto’s, verzekeringen, elektrische/elektronische producten, etc etc. Maar deze middag hoorde ik eentje voor Stihl kettingzagen. En effe later zag ik ook een affiche, zo’n grote, langs de kant van de weg. Voor Stihl kettingzagen.

Ik heb zelf al jaren ervaring met kettingzagen, en heb Stihl gedurende enkele jaren verkocht. En ik stel mij serieuze vragen bij dergelijke reclame. Voor slechts 199 euro kan je een kettingzaag kopen. Dat was voorheen al zo. De Stihl MS170, het kleine instappertje, kost al enkele jaren ongeveer zoveel. Ideaal om brandhout te zagen, of kleine boompjes te snoeien. Maar doorheen de jaren dat ik Stihl verkocht heb ik dikwijls vragen gehad bij wie met dergelijke machines aan de slag ging. Mijn eerste werkdag kreeg ik al bijna een boom op mijn hoofd omdat de “professioneel” nog nooit een boom had omgelegd, en zomaar in het wilde weg begon te zagen. Ik heb kettingen gezien die onder druk sprongen, ik heb zaagbladen gezien die geklemd zaten door een blok hout die wegschoof. Allemaal situaties die vragen om kennis en ervaring.
Op bepaalde kettingzagen hing een zelfklever waar duidelijk op stond dat de machine enkel mocht bedient worden door iemand met de nodige opleiding.
Onze studenten tuinbouw (technisch en beroeps-onderwijs) krijgen cursus over hoe om te gaan met dergelijke machines. In die cursussen gaat het niet alleen over hoe en waar te zagen, maar ook bijvoorbeeld over het onderhoud van de ketting. Want een slecht onderhouden ketting is levensgevaarlijk! Te los op het zaagblad en ze kan er af springen. Te strak op het zaagblad en ze kan breken en weggeslingerd worden. En dat is het goeie scenario. Ze kan ook terugslaan, en dan wordt je geconfronteerd met een ketting met vlijmscherpe tanden die richting je been, hand of gezicht geslingerd wordt. Een ketting die zonder olie draait wordt gloeiend heet, en breekt dan.

Tot voor kort wisten de mensen die er echt nood aan hadden wel waar ze een kettingzaag konden vinden. En bij je keuze werd/wordt je begeleid door een ervaren verkoper.
Door nu reclame te maken voor spotgoedkope kettingzagen wordt een markt aangesneden van mensen die mss beter niet op de hoogte zijn van het bestaan van deze machines. Inderdaad, brandhout zagen kan iedereen, maar voor sommige mensen is een botte boogzaag nog te gevaarlijk. Stel je eens voor dat deze mensen plots denken van “Ik heb toch die kettingzaag, dus ik kan die boom ook wel vellen…”

Ik vrees voor menig kapotte veranda (al dan niet die van de buren), verpletterde auto en vooral, lichamelijke verwondingen door deze reclame.
Ze zouden beter reclame maken voor beschermende kledij, helmen en veiligheidsbrillen. En er een verplicht pakket van maken!

Katsjoe botten

Gisteren serieus geld uit gegeven! Een investering als het ware! Een investering in mijn voeten. Ik heb me een nieuw paar Aigle rubberlaarzen gekocht. Nu vraag je je misschien af wat Aigle dan zo speciaal maakt. Wel, een Aigle rubberlaars is niet zomaar een rubber laars. Behalve het gebruik van natuurrubber en het feit dat ze met de hand in elkaar worden gezet, zijn er enkele niet zo onbelangrijke andere zaken.

Een Aigle is een rubberlaars met een smalle voet. Een Aigle is een rubberlaars die goed rond het been past, en niet zomaar los rond je been fladdert. Je moet je inbeelden dat je een rubberlaars aan hebt, en dat je daarmee dingen doet wat je met rubberlaarzen hoort te doen. In plassen springen, in modder wandelen, in het veld werken, in je tuin werken etc. In zo’n situaties wil je geen ding aan je voeten waar veel te veel plaats is, dat rond je been zwabbert. Neen, goed aansluitende, zodat je doorheen je laars toch nog contact hebt met de omgeving.

Ik heb eigenlijk altijd Aigle laarzen gehad. Op 1 keer na…. ik herinner het mij zo nog.
Mijn eerste paar waren rode botjes, halfhoge, met een gele of blauwe streep rond de hals. Menig natte voet en blaar in opgelopen. Toen ik een jaar of 10-11 was kreeg ik mijn eerste echte groene-met-bruin-grotemensen-laarzen. Dat waren ook nog halfhoge. Om koude voeten tegen te gaan maakte mijn grootmoeder toen uit allerhande versleten pulls en jassen “zokskes”. Simpele dubbelgeslagen stof die met een elastiek rond de voet aansloot.
Toen mijn voeten aan het groeien sloegen kreeg ik hoge Aigles. En die heb ik vrij lang gedragen. Maar toen ging ik naar de Tuinbouwschool in Merchtem. Mijn eerste dag in de school kreeg ik een hele boel gereedschap (allerhande messen om groenten te kuisen, bloemen te oogsten en een echt oculeermes, schop, krabber, snoeischaar etc), een overall met schoollogo in 3 maten te groot (“Das niks” zei mijn Nonkel “Den Olifant” de studieopzichter, “ge groeit er wel in….”) en zowaar een paar zwarte rubber laarzen. The horror! Een brede platvoet, een veel te ruime hals, zelfs een maatje40 was te breed… Ik vroeg of ik mijn Aigle’s niet mocht meebrengen, maar neen, iedereen gelijk, allemaal dezelfde laarzen! Geen snobisme op school!
Door deze laarzen ben ik afgestapt van laarzen te dragen. Ik droeg combatschoes, versleten Doc Martens of bergbottinnen om in het veld te werken. In modder wandelen en in plassen springen liet ik voor wat het was.

Maar nu de herfst begint, en modder en dauw alsmaar meer deel uitmaken van mijn wandelingen, drong een nieuw paar rubberlaarzen zich op. Ik heb er voor gespaard!
En sinds gisteren zijn ze hier… Mijn nieuw paar hoge natuurrubberen Aigle’s.

En als ik er ooit geld voor heb, dan wil ik een echt paar lederen Wellington’s met lamswollen voering.

Dagvergoeding VS RSZ

Ik werk als vertegenwoordiger voor een Ternatse firma, die in zijn sector tot de top van België mag gerekend worden. Als vertegenwoordiger krijg ik geen maaltijdcheque’s, woon-werkverkeer bestaat niet voor mij. Maar ik krijg wel een dagvergoeding. Een dagvergoeding houdt in dat ik per dag een vast bedrag krijg om ‘s middags eten te kopen, mijn wagen proper te houden (carwash of zelf producten/sponzen/zeemvellen kopen), parkeerbonnekes te vergoeden, thuis mijn internet voor de zaak te gebruiken en zo verder en zo verder. Alle mogelijke kosten worden gedekt door deze dagvergoeding. Dit stukje vergoeding is belastingvrij. Op 1/1/2010, de dag dat ik mijn contract tekende, heeft de RSZ beslist dat deze vergoeding niet langer belastingvrij is. Om in orde te zijn met de regels moet vanaf die datum iedere vergoeding bewezen worden.

Heel even over naar de realiteit. Een doordeweeks… -euhm- …week… Ntone de Vertegenwoordiger.

  • Maandag: Ik rij langs het Schafthuis voor een Canadian zonder tomaat (€3,75). In de namiddag zit ik in Gent, en bezoek daar 3 stadsdiensten (Groendienst, Dienst Bevolking voor de kerkhoven en de aankoopdienst) waar ik telkens een parkeerticket moet voorzien (€3-5). Totaal voor maandag €6,75 – €8,75)
  • Dinsdag: Ik bezoek mijn klanten richting het oosten van Vlaams-Brabant en de onderkant van Limburg (mooie streek btw..) De Carestel van Rotselaar is een goeie plek om iets te eten. Een vol-au-vent met frietjes kost €11,95.
  • Woensdag: Richting West-Vlaanderen. Ofwel een broodje oppikken, of ik passeer aan de Voerman in Lichtervelde. Een broodje kost tussen de 3 en 4 euro, in de Voerman ben ik rond de €16 kwijt.
  • Donderdag: De streek rond Leuven, Mechelen, tot Duffel en Rumst. In de Smulbeer in Haacht kost een croque-vidée €7,5,-. Een colaatje erbij en nog een Snickers of Leo voor de namiddag en we zitten aan €10,-
  • Vrijdag: Het is bijna weekend, er kan een Quickske (Medium Giant menu, mayoniase, 6 chicken dips met BBQ-saus= meer dan €8,-) af. Wanneer ik naar huis rij stoppen we effe in de American Carwash (“Wassen zonder krassen”) in Kobbegem. Mijn vwatuurke is proper, en dat kost me €7,5,-

Dit is een normale week. Mijn dagvergoeding dient voor dergelijke zaken. Dingen die er voor zorgen dat ik als vertegenwoordiger mijn werk kan doen. Wat ik hier opsom zijn de basis zaken. Eten, auto proper houden etc. Andere zaken die erbij horen zijn dingen als parkeertickets, schrijfmateriaal, tolwegen of overzetboten (ok, dat zijn al vrij extreme voorbeelden, maar het kan gebeuren..). Dingen die ik ook tot mijn dagvergoeding reken zijn de blikken cola/ice tea green/flessen water die ik overdag in mijn auto drink, de Leo’s, Snickers, Kinder Bueno’s die ik eet en zo verder. Ook wanneer ik een koffie ga drinken met een klant reken ik hiervoor op mijn dagvergoeding.

Per werkdag krijg ik €10,- van mijn werkgever voor de uitgaven die ik opsomde. Ik denk dat het wel duidelijk is dat dit eigenlijk feitelijk te weinig is. Maar dat is een overeenkomst tussen mij en mijn werkgever.

En toen dacht de RSZ dat ze toch maar ook deze vergoeding wouden belasten. Dus nu moet ik iedere zaak die aanspraak zou kunnen maken op de dagvergoeding bewijzen. Absurd vind ik dit…. Ik moet alle mogelijke uitgaven bijhouden (extra werk), en deze overmaken aan mijn werkgever, die ze moet klasseren (extra werk). Hoe ver ga ik? Hou ik mij Colruyt-factuur bij, om de Cola’s, Ice-Teas, Kinder Bueno’s en zo verder te bewijzen? Ga ik iedere keer in het fritkot, bij de carwash etc een bewijsje vragen?

In mijn ogen is de dagvergoeding in het leven geroepen om een aantal zaken te vereenvoudigen. Maar een of andere overheidsdienst heeft het gevoel dat ze belangrijke inkomsten mislopen, en wil deze gelden incasseren. Met als gevolg dat zowel de werknemer als de werkgever als de overheid extra werk krijgt.
Schrappen die handel (de bewijsplicht, niet de dagvergoeding…)

Als de RSZ/Belastingen dan toch zo dringend op zoek zijn naar nieuwe inkomsten, dat ze dan een taks invoeren op de kilometers van een bedrijfswagen. Mijn auto doet wekelijks meer dan 1000km enkel voor de zaak/klanten. Hoeveel file-rijders rijden van thuis naar de bureau en terug in een dikke wagen, zonder ooit effectief hun auto nodig te hebben voor hun werk? (effe nuanceren, ik heb in se niks tegen mensen die een kleine of grote wagen krijgen van het werk als deel van hun verloning. Maar ik vind het niet kunnen dat mensen die bepaalde zaken echt nodig hebben voor hun job hierop belast worden, terwijl er zoveel mensen zijn die door de mazen van het net glippen…)

Peeters en Pichal

Gisteren kreeg ik telefoon van de redactie van het Radio1-programma Peeters en Pichal, met enkele vragen rond gazons en gazononderhoud. Na het gesprek vroeg de redacteur of ik zin had om vandaag dezelfde uitleg nog eens te komen doen live in de studio.

Je kan het fragmentje hier beluisteren.

CSA – Het Open Veld

Lekkere, verse en lokaal geteelde groenten zijn nog maar moeilijk te vinden. Wanneer je langs de winkelrekken loopt kom je heel de wereld tegen. Boontjes uit Kenia, uien uit Egypte, appels uit Argentinië, enz…

Het Open Veld wil een positief alternatief zijn voor een productiemethode die energieverslindend is en mens en milieu uitbuit.

Dat lees je wanneer je de website van Het Open Veld bekijkt. Het Open Veld is een door de gemeenschap gesteunde boerderij (CSA – Community Supported Agriculture). Door de gemeenschap gesteund wil niet zeggen dat ze leeft van subsidies. De gemeenschap zijn de buren, geïnteresseerden, mensen die verse groentjes en fruit willen, en daarom lid worden van deze “gemeenschap”.
Het Open Veld is 1 van de eerste 2 CSA-boerderijen in België. De boer, Tom Troonbeeckx, zorgt voor de grondbewerking, het zaaien en de gewasverzorging. Dit allemaal op een biologische manier. De oogst gebeurd door de leden van de gemeenschap.
Er worden een 70 tal soorten groenten gezaaid en geplant, en tevens is er een grote boomgaard met zoete kersen.

Het Open Veld is te vinden in Heverlee. De andere CSA-boerderij is in Gent, het Wijveld.

Online vind je meer info op de site van Het Open Veld (http://www.hetopenveld.be/)
De inspiratie voor deze blogpost komt uit een artikel dat ik op DSO heb gelezen (Pluk zelf je groenten bij de boer)