TEDTalk: 11jarige verkondigt het lokaal-voedsel-geloof

Een 11jarig ketteke dat op TED zijn visie geeft over voedsel.
Ik ben jaloers. Ik wil op zo’n TED mijn visie over voedsel ook wel eens geven…

Ik heb toch wel wat bedenkingen bij het kort door de bocht-verhaaltje ivm de GGO’s (genetisch gemodificeerd organismes) en de nier- en leverziektes, of bestraald voedsel. (Ivm het bestraalde voedsel, ik geloofde dit niet, maar blijkt echt zo te zijn… Moet ik me toch eens in verdiepen, want dat zint me niet…)

Maar wat van belang is, de boodschap. Go local, go organic!
Ja, dat moeten we meer doen… Lokaal geproduceerd voedsel eten, voedsel dat zonder bestrijdingsmiddelen is gekweekt, zo veel mogelijk rechtstreeks van producent naar consument!

Kwart van alle landbouwgrond is ernstig uitgeput

“Kwart van alle landbouwgrond is ernstig uitgeput” titelt het Nieuwsblad (volledig artikel) en de Standaard (enkel voor abonnees). Tegen 2050 zouden de landbouwers 70% meer voedsel moeten produceren. Een rapport van de FAO (Food and Agriculture Organization of the United Nations – wiki) is echter niet mals. Kort samengevat is de kans klein dat de boeren dit effectief kunnen verwezenlijken. Hoe komt dit dan? De meeste (goede) landbouwgronden zijn al intensief in gebruik, en die dat nog niet in gebruik zijn, zijn niet voldoende. Er is nood aan duurzame intensivering van de landbouw.

In de jaren 60, tot enkele jaren geleden, steeg de productiviteit van de landbouw sterk, bijna explosief. Dit kwam door nieuwe technieken,(intensief) gebruik van kunstmest en pesticides en een goede veredeling van zaden en pootgoed. Ondertussen is deze stijging stil gevallen. Erger nog, de gronden die we gebruiken geraken uitgeput. Onkruiden en ziektes worden resistent tegen de gebruikte pesticiden, waardoor deze alsmaar straffer moeten worden en de impact op de bodem en het milieu nog groter wordt.

Hoe kan het dat bodems uitgeput geraken? Heel simpel gezegd, door mis(be)handeling… Intensieve grondbewerking, kunstmest en chemicaliën zijn eigenlijk niet zo goed voor de bodem. De grond is de rijkdom van de boer. Niet het juiste merk of kleur van tractor of de grootste machine bepaalt de opbrengst. De opbrengst wordt bepaald door de grond. En daar zit hem net het probleem.
De oplossing is eigenlijk simpel. De boeren moeten hun gronden terug “soigneren”. Stop het gebruik van kunstmest, stop de intensieve grondbewerkingen.

Ik heb op school geleerd over het klei-humus-complex. (Ik ben een gediplomeerde boer…) Het klei-humus-complex bestaat uit lutum (kleihoudende gronden) en humus (volledig omgezette organische stof) (bron)
Als de bodem een goed klei-humus-complex heeft, worden voedingsstoffen en mineralen gebonden aan dit klei-humus-complex en vastgehouden in de bodem zodat ze niet uitspoelen en beschikbaar blijven voor de planten.
Humus is volledig omgezette organische stof, een bruin-zwarte kleverige massa. En daar schuilt een van de problemen. Onze gronden bevatten niet voldoende humus meer. Zeker in de akkerbouw wordt veel kunstmest gebruikt als hoofdbemesting, waardoor het koolstofgehalte (humusgehalte) alsmaar verder afneemt in de bodem. (Meer over koolstofgehalte bij Vilt)

Hoe kunnen we dat koolstofgehalte terug naar boven halen? Door gebruik te maken van stalmest, compost (Meer over compost bij Vlaco). Door gewasresten op het land te laten. Door groenbemesters in te zaaien.
Vooral het gebruik van vaste mest zorgt voor een stijging van de koolstof in de grond. Spijtig genoeg is het gebruik van mest gereglementeerd door de verschillende Mest Actie Plannen (MAP). In mest zitten mineralen (stikstof, fosfor, kalium, sporenelementen etc.) Deze mineralen zijn voeding voor de planten die op het veld groeien, maar kunnen ook uitspoelen en ons water bezoedelen, of er voor zorgen dat planten die we minder graag hebben (invasieve soorten) nog weelderiger gaan groeien.
Met kunstmest weten we precies hoeveel mineralen we toedienen, en kan de gift zeer specifiek gedoseerd worden. Bij stalmest en mengmest zijn deze cijfers iets minder specifiek.
Maar willen we dat onze gronden nog meer opbrengst kunnen voortbrengen, dan zal het gebruik van stalmest en andere vaste natuurlijke mestvormen terug moeten stijgen.
Als simpele plattelandsjongen (nuja, met Brussel in mijn achtertuin…) denk ik dat de vooruitgang moet zijn dat we als basis gebruik maken van vaste mest, en kunstmest enkel gebruiken als bijbemesting wanneer nodig. Ook kan over bepaalde gewassen zoals granen en mais na de opkomst nog een bemesting met compost gebeuren. Het bodemleven zal de boer zeer dankbaar zijn en er voor zorgen dat de compost vermengd geraakt met de bovenste grondlagen.
Drijf- of mengmest kan niet tot vaste mest gerekend worden, maar door dit op te mengen met stro, maisstro of bermmaaisel kan er ook een vaste mest vorm gemaakt worden die voldoende koolstof in de bodem brengt.

Een andere zaak is de juiste mechanische behandeling. Onze gronden worden te veel bewerkt. We cultiveren onze velden na de oogst, nog eens voor de winter, ploegen na de winter, cultiveren terug, frezen of gaan er met de rotoreg over en gaan dan zaaien of planten.
Vereenvoudigde en niet-kerende grondbewerking gaat onze gronden in betere conditie houden. Zo hoeft er voor mais, gras of graan helemaal niet geploegd worden. Bij teelten als mais kunnen we zelfs stroken gaan bewerken in plaats van het gehele veld.
Met een diepwoeler kunnen storende grondlagen zoals de ploegzool gebroken worden, met een direct-zaaimachine kunnen granen of grassen ingezaaid worden zonder de bovenste grondlagen te storen, of resten organisch materiaal onder te werken. Deze resten organisch materiaal zorgen ook voor een stijging van het koolstofgehalte, en voorkomen dat de blote grond wordt blootgesteld aan regens zodat erosie tegen gehouden wordt. Als de grond een goed klei-humus-complex heeft zal de erosie ook opvallend lager zijn.

Een andere mogelijkheid is agro-forestry, waarbij bomen en landbouwgewassen gecombineerd worden. Maar daarover meer in een andere blogpost…

Kort samengevat:

  • Meer gebruik van natuurlijke, vaste mestvormen
  • Vereenvoudigde grondbewerkingen waar kan
  • Meer eerbied voor de grond en de boer (hij zorgt tenslotte voor het eten op je bord, of je nu vleeseter of veggie bent…)

Where have all the good bands gone?

Vroeger, toen ik jong was, en mooi, en op de radio nog dingen als Club Brussel en Metalopolis te horen waren, waren er ook een hele resem vlaamse muziekgroepjes. Muziekgroepjes die echt wel de moeite waren… Ik kan ze niet echt meer plaatsen in de tijd, de ene was er al wat vroeger dan de andere…. En de laatste tijd merk ik van mezelf dat ik meer en meer terug nummers zoek van die groepjes. Wat is er gebeurd met Eden, Nemo, Angelico of Lunascape?

Continue reading “Where have all the good bands gone?”

Een Pareltje

In the Fade van Queens of the Stone Age, met Mark Lanegan als zanger…. (al vind ik de versie gezongen door Josh Homme nog knapper)

Harvest green project, vancouver – vertical farming

Het ‘harvest green project’, getekend door romses architects was een winnend project in een wedstrijd uitgeschreven door de stad Vancouver getiteld ‘The 2030 Challenge’. De bedoeling van deze wedstrijd is een doordachte oplossing ontwikkelen voor de klimaatsveranderingen, en om een groenere weg in te slagen in verband met stadsontwikkeling.

Romses Architects hebben in ‘Harvest’ een combinatie gemaakt tussen verschillende takken uit de land en tuinbouw. In 1 gebouw, opgebouwd rondom een verticale tuin, zijn op de verschillende verdiepingen ruimtes en voorzieningen voor fruit- en groente-kweek, viskweek, scharrelkippen, etc. Bovenop zorgt een opvang van regenwater voor vers drainagewater. Op het dak van het hoofdgebouw is ruimte voorzien voor het weiden van koeien, schapen en geiten. In het hoofdgebouw is er winkelruimte voorzien voor de verkoop van de organisch verantwoorde producten die in de “groeitoren” zijn gekweekt.
Ondergronds is er een verbinding met het openbare vervoer-netwerk, in het gebouw zijn flats/lofts voorzien voor de werknemers en verder is er nog restaurant-ruimte, parkeergarage etc.

Een leuke insteek, die combinatie. Een soort van flatgebouw-boerderij, waar een combinatie gemaakt wordt van verschillende deelgebieden, zoals het vroeger in de landbouw ook gebeurde. Weg van de agro-industrie, welkom stadslandbouw!

Gelezen via http://www.designboom.com/, afbeeldingen eigendom van romses architects

Kiemgroentjes!

Enkele weken geleden schreef ik over kiemgroentjes. Dit weekend heb ik er ook gezaaid. Mijn eigen tuintip in de praktijk gebracht.

Hieronder een verslagje:

Kiemgroentjes, de basiskit

Dit is een basiskitje van kiemgroentjes. Een miniserre, 2 zaaibakjes, 2 pakjes zaad (hier rode biet en rode kool).

Rode Kool in zaaibakje

De  Rode Kool in een zaaibakje. Na het zaaien worden de zaadjes bedekt met laagje water, enerzijds om de zaden te spoelen, anderzijds om ze te doen ontkiemen.

Rode Biet

Rode Biet.

Desmo checkt effe of ik mijn werk wel goed heb gedaan!

Desmo checkt effe of ik mijn werk wel goed gedaan heb. Bovenste bakje moest nog iets meer opschuiven vond hij!

De serre is dicht

Het deksel op de serre. Ik heb mijn serretje op de vensterbank gezet, vollop zonlicht, warmte. Alles wat de zaadjes nodig hebben om kiempjes te vormen. Nazorg is wel vereist. Dagelijks het water verversen, ‘s avonds ventilatie dicht doen, ‘s ochtends terug open doen (het serre-deksel heeft een ventilatieroostertje).

En nu wachten tot wanneer mijn kiempjes klaar zijn om te oogsten!

Push!

Soms zijn er zo oude nummers die je ergens vaag opvangt, je weet dat je het kent, maar alleen een lijntje tekst blijft hangen. En dan is het tijd om Google nog eens te gebruiken. Gisteren hoorde ik bij @Xi0n zo een nummertje passeren, maar het was te laat, iTunes stond op shuffle, en we vonden het niet terug. Google bracht soelaas. Ik heb het gevonden!

She said I don’t know if I’ve ever been good enough
I’m a little bit rusty, and I think my head is caving in
And I don’t know if I’ve ever been really loved
By a hand that’s touched me, well I feel like something’s
Gonna give
And I’m a little bit angry, well

This ain’t over, no not here, not while I still need you
Around
You don’t owe me, we might change
Yeah we just might feel good

Club69

69 paren, 1 radiostudio, 1 steengoeie groep. Dat is het concept van Club69.
Vorige week was ik een van de gelukkige personen die, samen met Life (Life had gewonnen, ik mocht mee), naar Starsailor kon gaan kijken.

De Marconi-studio begint stillaan als een thuis aan te voelen, ik heb er al genoten van ondermeer Krezip, Sarah Bettens, Janez Dedt, en menig andere.
De ruimte was mooi gevuld, klaar voor een uurtje live radio. Starsailor verwende ons met nieuwe nummers, maar ook hun grootste hits. Vooral Alcoholic was prachtig. De mannen stonden te zweten als varkens onder de spots, maar dat deerde hun niet. Ze rockten zoals ze het goed kunnen!

Bedankt Life, bedankt Stubru!
oja, zij die hier terecht komen op zoek naar sexy time, you are wrong!