Belgian GT

Ik ben een zware autoliefhebber, zowel van oldtimer, youngtimer, gewone productie als van de echte racers. Gedurende enkele jaren heb ik zelfs de kans gehad om te werken voor een aantal teams in de Belcar, het Belgische Endurance Kampioenschap. Een smeltkroes van GT’s en Tourismes die samen op de asfaltlinten van Zolder en Spa-Francorchamps zo snel mogelijk zoveel mogelijk toertjes deden.

Een tijdje geleden sprong er een tweet mij in het oog. Charlo vroeg of er iemand tickets wou voor de BelgianGT races op Spa tijdens de 12heures de Spa. En de kriebel was snel terug. Enkele dagen later zaten de tickets in de bus, en was het uitkijken naar het weekend!

De weg naar Spa ken ik ondertussen van buiten. De beste parkeerplaatsjes, de leuke slingerwegjes doorheen Ster, de prachtige vergezichten in de streek. Op het circuit zelf was het iets anders…. Zoveel bijgebouwd, de volledige F1-pits is veranderd!

Ik was net op tijd voor de gridopstelling van de Belgian GT. In tegenstelling tot de hoogdagen van de Belcar was het maar een magere startgrid. 13 starters, maar wel stuk voor stuk pareltjes! Ferrari F430, Viper Competition Coupé, Audi R8GT3, Lambo Gallardo GT3, verschillende types Ford Mustang, AM DBRS9 en Porsches.
De start van de formatieronde was als altijd een beetje genieten, een voorspel. De motoren ronken, hier en daar een spinnende band, effe op de gas en terug afremmen. Eau Rouge induiken, de Raidillion op richting malmedy-les Combes (de pifpaf), de dubbele rechtse richting Pouhon, afdalen naar Les Fagnes & Stavelot (dikwijls wordt deze combinatie Bruxelles genoemd, omdat je als piloot zicht hebt op de pits en paddock, wat doet denken aan een stad) en dan vanuit Stavelot volgas richting Blanchimont en de vernieuwde Busstop (ik wil de oude terug). Alles dichtgooien voor de Source en dan afdalen langs de muur richting Eau Rouge (what separates the men from the boys).

In de Belgian GT wordt een vliegende start toegepast, dus de security wagen duikt de pits in in de Source, en dan dalen de racers af richting de lichten. ROOD-Rood (spanning is te snijden, wagens rollen op ralenti) – GROEN (gebrul van V8-V10-Flat6, spinnende banden en de eerste plaatsen pikken of verliezen)…
Kippevel, echt kippevel. Ik was terug thuis. Er is zoveel veranderd op en rond het circuit, alle reglementen zijn gewijzigd, divisies die ik niet meer ken, in plaats van 125minuten duurt een race nu nog 60 minuten etc. Maar toch, eens de gaskleppen opengaan, en de geur van benzine en rubber de omgeving vullen, dan ben ik terug thuis.

Door het kleine deelnemersveld en de nieuwe reglementeringen was het maar een saaie race. 12 wagens in Divisie1, eentje die zijn eigen strijd streed in Div2, spannend is anders.
Maar uiteindelijk kan je langsheen het circuit toch niets volgen. Je hebt geen flauw benul van rondetijden, pitstops of wissels. Om dergelijke races degelijk te volgen moet je in de pits staan, met je neus op de schermen, een half oog op het timingbord, en je oren open voor de concurrentie.
Eens ik het gevoel van me kon afzetten dat ik zoveel info miste, kon ik pas echt genieten van de wagens. Een stukje langsheen het circuit gestapt, toegekeken aan de vernieuwde Busstop, in Eau Rouge, en proberen zoals vroeger er bepaalde wagens uit te pikken enkel op geluid. (Ford is easy-peasy, AM DBRS9 is ook duidelijk, de Flat6 van Porsche is nog altijd zeer specifiek, maar de Vipers zijn hun charme kwijt…)

Ik heb genoten, merci Charlo!