Zonder is gezonder

Pesticiden, je weet wel, die vuiligheid die de boer spuit om zijn gewassen te besproeien en de buurt te vergiftigen. Het is me iets, die pesticiden…
Gisteren moest ik eens hard in mezelf lachen. Er stond een klein artikeltje in de krant, getiteld “Gebruik van pesticiden vanaf 2015 enkel nog na kennistest “ (Lees het artikel hier).

Vanaf 2015 kunnen professionele gebruikers enkel nog producten gebruiken nadat ze de nodige test(s) hebben afgelegd, afhankelijk van het gebruikte product. De FOD Volksgezondheid hoopt zo 60.000 mensen te bereiken. En op die manier ook het sproeimiddelen-gebruik terug te dringen.
Er zijn al de redelijk strenge regels van uit Europa, waardoor in België kleine fruitteelten zoals framboos al geen sproeimiddelen meer mogen gebruiken, nu gaat onze FOD Volksgezondheid er nog een schepje boven op doen. Ook in de bloemisterij is het zoeken naar een product dat 1) nog mag gebruikt worden, 2) effectief ook werkt zoals het hoort.

Ik zie een toekomst voor loonspuiters. Zoals het vroeger gebeurde… Mensen die alle nodige licenties en bewijzen hebben en in loondienst van anderen gaan spuiten. Pro/con? Ik weet het niet goed. Iedereen mag zijn brood verdienen, en om eerlijk te zijn, liefst van al zag ik het gebeuren dat er helemaal geen sproeimiddelen nodig waren, er geen plantenziektes bestonden.

Ik vrees ook dat dit voor vele oudere tuinders en boeren de druppel gaat zijn. Dat ze het voor bekeken houden, want op hun 55 of 60 nog een “examen” gaan doen voor “die van Brussel”, dat gaan ze niet zien zitten. Nee, een boer is baas op zijn eigen erf, en ook al weten we dat dat niet zo is in werkelijkheid, hij wil dat gevoel wel bewaren. Ma bon, dat is natuurlijk koffiedik kijken.

Wat met in dit artikeltje wel zwaar tegen de borst stoot, is het feit dat die 60.000 mensen die de FOD Volksgezondheid hoopt te bereiken, een beetje met de vinger gewezen wordt. Niet open en bloot, maar het is toch weer de boer die moet opdraaien voor sproeimiddelen-gebruik. Terwijl je moet weten dat de boer sproeimiddelen gebruikt om zijn inkomen veilig te stellen, te voorkomen dat ziektes en plagen de bovenhand nemen. Diezelfde boer staat ook in en garant voor de voedselveiligheid (samen met andere diensten natuurlijk). Er zijn strikte regels over het aanleveren van groenten en fruit, er worden controles gedaan, maar vooral, als de boer overdrijft met sproeien, dan brengt hij zichzelf in een benarde situatie. Want als hij teveel onkruidbestrijder gebruikt, dan loopt het gewas op het veld ook groeiachterstand en schade op. Of als de boer niet oplet en een foute uitvloeier gebruikt, dan verbranden de bladeren van de plant, en moet er niet geoogst worden op het einde van de groei.

Een boer en tuinder let op met sproeimiddelen gebruik. Want elke centiliter product teveel is x aantal euro’s weggegooid, euro’s die op het einde van de rekening mss wel het verschil maken tussen + of -. Ze letten op met sproeimiddelen want zij zijn de eersten die er mee te maken krijgen als er vergiftiging plaatsvind. Zij zitten of staan op soms minder dan een meter van de sproeikop die het gif in het rond spuit. Zij worden ook ziek als er foute producten worden gebruikt.
Voor de land- en tuinbouwers is een goeie bewustmakingscampagne van belang. Zodat ze de juiste PBMs (Persoonlijke BeschermingsMiddelen) gebruiken, zodat ze hun traktor met koolstoffilter gebruiken om te sproeien in plaats van diene ouwe tsjoeker zonder cabine. Ikzelf ben ooit zwaar vergiftigd geweest doordat ik geen handschoenen gebruikte, en bij elke sproeibeurt ik via modder op mijn handen gif langs mijn huid binnen kreeg. Had ik toen in “Het Landbouwleven” of “Boer & Tuinder” gelezen over PBMs en opletten, dan had ik ook wel rubberen handschoenen aan gedaan.

Volgens mij zit het grote probleem qua sproeistoffen-gebruik bij de particulieren. Boeren en tuinders hebben al regels, en er komen er nog bij. Gemeentebesturen mogen nog tot 2014 herbicides gebruiken, en vanaf dan mag er enkel nog op alternatieve wijze aan onkruidbestrijding gedaan worden. Maar Jan met de pet kan de eerste de beste tuinzaak binnen lopen, een of meerdere flessen uit het rek nemen, afrekenen en zijn tuin/buurt gaan vergiftigen.
Toen ik nog thuis woonde, woonde er een koppel naast ons, redelijk kleinburgerlijk en bekrompen. Meneer was de eerste om pissig te doen als een van de boeren die land hadden in onze buurt passeerde met zijn sproeier. Ik heb hem zelfs eens woedend het veld zien instormen om een boer van zijn tractor te sleuren want die boer had zijn dochter vergiftigd met zijn smeerlapperij. Mevrouw stond er bij te knikken en ja te mompelen, en vuiligheid, en t is allemaal iets, en t zijn allemaal de boeren die de wereld om zeep helpen meneer!
Diezelfde buur was ook de man die quasi wekelijks zijn kort geschoren gazon behandelde tegen “vuil gras” en onkruid. En die met de gevleugelde woorden “een klutske meer kan gene kwaad” Roundup mengde met water om heel zijn oprit te besproeien. Niet alleen de plekjes onkruid, maar de hele oprit. En het onkruid dat toch nog durfde wat groen te laten zien, kreeg een kluts kokend water met zout over zich.
Dergelijke mensen vergiftigen ons leefmilieu. Dergelijke mensen kennen we allemaal wel, als het geen nonkel of buur is, is met misschien je eigen pa of grootvader, of herken je jezelf hierin.
Nog belangrijker dan een opleiding en test voor professionele gebruikers, is het onmogelijk maken voor particulieren om pesticiden te gebruiken. Dat zou al een heel grote stap zijn richting een gezonder leefmilieu.

Dat Groen daar maar eens een punt van maakt…

(TT) – Een afgewerkt insectenhotel

Mijn insectenhotel is af! De werken hebben enkele weken stilgelegen (bouwverlof, vriesverlof, geen-goesting-verlof) maar nu werd het tijd om den bouw af te werken, want de eerste bewoners beginnen in te trekken… (een Lieveheersbeestje en een Rode Spintmijt)

Vorige keer was ik gestopt bij de aanleg van het groendak. Het groendak is nog niet beplant, maar de rest is nu afgewerkt. Naast het reeds gebouwde stuk heb ik nu nog 2 paaltjes in de grond geklopt en terug begonnen met fijn hout op te stapelen. Na het fijne hout heb ik een laag dikker hout voorzien, met een zachte kern en enkele rotte vermolmde stukken.

De dikke stukken hout heb ik gezaagd met een Fiskars boogzaag. Deze heeft een gehard zaagblad en een redelijk ruime betanding waardoor ze ideaal is voor grover zaagwerk.

De fijnere takken heb ik geknipt met de Gardena 8768 takkenschaar die ik geleend heb van de papa. Deze takkenschaar moet zowat de beste zijn die ik al in mijn handen heb gehad. En ik heb al wat takkenscharen in mijn handen gehad… De bek is zo gevormd dat het hout goed naar het aambeeld geleid wordt. Eventueel te dikke takken worden door de vorming van de bek vooraan weggeduwd zodat je gemakkelijk in 2 keer kan knippen. Het was ook opvallend hoe weinig kracht ik moest gebruiken om de takken te knippen…

Op het reeds afgewerkte stuk van mijn insectenhotel komt een groendak met Sedum en Sempervivum, maar het stuk dat ik vandaag heb bijgebouwd heeft een dak van mos en bladresten. Boven op de dikke houtblokken heb ik nog de rest van het fijne snoeisel gelegd en aangedrukt. Hier heb ik wat losse aarde en houtsnippers gestrooid en dan het mos en bladresten die ik uit mijn gazon heb geharkt. Als het mos aanslaat dan zal het dak mooi dichtgroeien, indien niet, dan is er toch een bedekking waar beestjes hun thuis in zullen vinden…

Vwala, afgewerkt hotel. Op de muur achter het hotel heb ik nog “Hotel” geschreven. Dit is gebeurd met mosgraffiti. Om mosgraffiti aan te brengen moet je eerst en vooral mos hebben. Dit meng je met een zelfde hoeveelheid melk in een blender en laat je goed mixen. (Als het mos tot aan de 1l streep komt, vul dan aan met 1l melk…) Dit mengsel breng je dan aan met een verfborstel, en besproei je dagelijks met een plantenspuit (nevelspuit) (Ik heb dit recept ergens op de interwebs gevonden, dus ik weet nog niet of het effectief werkt…)

(TT) – Een insectenhotel

De winter trekt stilaan weg, en dan begint het bij mij te kriebelen om terug in de tuin te werken. Vorig jaar ben ik verhuisd, en heb ik de tuin een beetje op zijn beloop gelaten, zodat ik een indruk kreeg van hoe hij in elkaar zat. En dit jaar gaan we hem herwerken, herkneden.

Een van de eerste dingen die mijn opvielen vorig jaar, is hoe weinig licht er in mijn siertuin valt. Ik heb onder meer een grote Hazelaar staan die veel licht weg nam. Die heb ik in november vorig jaar dan ook vakkundig ingesnoeid. De takken heb ik opgeschoond, zodat ik 3 hopen had. Dik mooi hout, dunnere takken en uiteindelijk twijgjes.
Omdat ik zo weinig mogelijk wil werken in mijn tuin, en er zo veel mogelijk van wil genieten, probeer ik mijn tuin zo ecologisch mogelijk in te richten.
Het hout dat van de Hazelaar is gekomen probeer ik dus ook te recupereren in mijn tuin. En omdat ik niet echt te vinden ben voor chemische middelen in mijn tuin heb ik insecten nodig.

Dus heb ik maar een insectenhotel gemaakt van al dat hout. Nuja, 1 deel is al klaar.

Wat is een insectenhotel?
Een insectenhotel is een kunstmatig overwinter-, kweek- en overleefplekje voor nuttige insecten. Dit kan een stapel stenen zijn, enkele oude dakpakken, hout met gaatjes in geboord etc.

Welke insecten komen logeren?
Solitaire bijen, wespen en hommels zijn typische gebruikers van een insectenhotel.
Ook Lieveheersbeestjes zoeken een plekje tussen het fijne hout, en als je een soort kamer met kleine onderverdelingen kan maken, dan maak je ze helemaal blij, Lieveheersbeestjes overwinteren namelijk graag in groep.
Kruipende insecten zoals Oorwormen, Pissebedden vertoeven graag in de onderste lagen van het hotel. Zij zorgen voor de opkuis.
Vlinders overwinteren dan weer in de kieren en spleten tussen muren of blokken hout.

Mijn insectenhotel…

Ik heb eerst 4 redelijke stokken van de Hazelaar in de grond geklopt. Deze zijn ongeveer 60cm hoog. Hiertussen heb ik dan zo veel mogelijk twijgjes van de Hazelaar gestapeld. Telkens goed aangedrukt, zodat er een netwerk van gangetjes en holtes ontstaat tussen de twijgjes.

Boven op deze mini-takkenwal heb ik een halve palet gelegd en vast gevezen. Op deze palet heb ik oude bakstenen gelegd, en de ruimte tussen de stenen opgevuld met aarde, compost en gehakseld hout, als basis voor het groendak van het hotel. Binnenkort moet ik eens naar de plantenboer voor Sedum en Sempervivums om het groendak aan te planten.

 

 

 

 

Naast dit stukje hotel komt nog een houtstapel met dikke blokken hout met gaatjes in geboord, rottend hout etc, zodat elk insectje zich thuis voelt. Ik neem aan dat als alles goed geplaatst is, er niet alleen insectjes zich gaan thuis voelen, maar familie Muis en Egel zullen ook wel op bezoek komen…

Rondom het hotel ga ik nog een stukje bloemenweide inzaaien met nectarhoudende bloemen, en reukerwten die tegen de houtblokken opklimmen.

(TT)/Plantendokter – Ik ga op vakantie…

en laat mijn planten achter. De zomermaanden zijn er, ongeveer iedereen is wel van plan om een of meerdere weken erop uit te trekken, naar onze kust, of die van een ander. Maar er zijn enkele dingen die we niet kunnen meenemen. Onze huisdieren (katten, vogels etc) maar natuurlijk ook onze kamerplanten.

Hoe kunnen we onze kamerplanten (en eventueel kruiden of kleine balkonplanten) in leven houden als we niet thuis zijn? Er zijn enkele kleine truukjes die ons daarbij helpen.

De truuk met de badkuip en de draad

Vul je badkuip grotendeels met water, en leg er planken over waarop je je potten en bakken kan schikken. Laat een dikke katoendraad gedurende een uur of langer weken in het water. Stop deze draad langs onder, doorheen een afwateringsgaatje, in de potgrond. Het andere uiteinde van de draad leg je in het water. De draad gaat het water opzuigen en zo voor een connectie zorgen tussen de plant en het water. Wel opletten dat er geen rechtstreeks contact is tussen pot en water.

De truuk met de turf

Heb je maar enkele potten die de vakantie moeten overleven, dan kan je beter opteren voor de truuk met de turf. Zoek een bak waar je potten in kunnen zonder dat je de planten beschadigt, en leg hierin een dikke laag kletsnatte turf. Ze je potten op deze turf, en vul de rest van de ruimte ook op met de kletsnatte turf. Wel opletten dat de turf niet hoger komt dat de potten. De turf gaat de potten koel houden, en langs onder voorzien van voldoende water. Terrasplanten zoals kruiden of kleine potplanten kan je zo ook doorheen je vakantie helpen.

De truuk met de plantschop

Een hele reeks planten, zoals Spathifyllum, Asparagus, Hortensia of Chlorophytum (en andere…) kan je tijdens je vakantie uitplanten in volle grond. Doe dit echter niet de dag voor dat je vertrekt, maar groepeer de planten kort bij elkaar, en graaf ze minstens een week voor je vertrek in. Geef voldoende water, zodat de grond rijk is aan water, om af te geven doorheen de dagen en weken die volgen. De planten gaan misschien niet alle dagen water krijgen, maar langs de andere kant genieten ze mee van dauw en regenbuien. Na je vakantie kan je ze terug inpotten.

Opgelet, deze trukjes werken goed, maar zijn beperkt in tijd. De truuk met de plantschop kan je planten langer laten overleven, maar de andere zijn goed voor 2-3 weken.

Peeters en Pichal

Gisteren kreeg ik telefoon van de redactie van het Radio1-programma Peeters en Pichal, met enkele vragen rond gazons en gazononderhoud. Na het gesprek vroeg de redacteur of ik zin had om vandaag dezelfde uitleg nog eens te komen doen live in de studio.

Je kan het fragmentje hier beluisteren.

(TT) – Beregening en irrigatie.

Met tropische temperaturen zoals vandaag, zien niet alleen wij af, maar ook onze planten.
De bodem bevat bijna geen vocht meer in de wortelzone, en de planten verdampen water om zichzelf te beschermen. Zeker terras- en potplanten krijgen het nu zwaar te verduren…

Wat kunnen we hier aan doen? De gouwe ouwe werkt altijd. Met een gieter de bakken en potten overvloedig begieten, en als we nog effe tijd hebben, dan krijgt de border ook een douche. Spijtig genoeg zijn er mensen die ‘s avonds in alle drukte vergeten van hun potten te gieten. En 1 dag is nog niet zo erg, maar eens de planten verdroogd zijn is het echt te laat.
Ook onze gazon krijgt het zwaar te verduren. Menig grasperkje slaat geel en bruin uit.

Om ons het leven gemakkelijk te maken, zijn er verschillende beregenings- en irrigatiesystemen op te markt. Voor de doe-het-zelver heeft bijvoorbeeld Gardena een simpel systeem dat zelf kan geplaatst worden. Indien nodig kan dit zelfs uitgerust worden met een timer en kleine beregeningscomputer.
Voor grotere toepassingen hebben firma’s als John Deere een oplossing.

Maar behalve deze moderne oplossingen zijn er nog een aantal truukjes die terug gaan naar de tijd van onze grootouders, en die nu nog steeds werken. Meer daarover in een volgende TuinTip!

Overload

Info, informatie, brochures, websites, tweets. Het wordt wat teveel. Ik zie door de bomen het bos niet meer.

En dan heb ik het niet over de twitterruis, die is aangenaam…
Ik heb het over zoveel dingen die mij interesseren, waar ik meer wil over lezen, meer wil over weten. Ecologie, verticaal tuinieren, energiewinning, recuperatie.

Ik heb 8 tabs openstaan in Firefox met stuff to read. En iedere link in die webpage’s is een link naar nog meer info, nog meer dingen die ik wil weten.

Kan iemand die info niet gewoon in een hapklare pil gieten?

Hobbytuin Zomerhappening

De Hobbytuin-ZomerHappening is een tuin- en plantenbeurs in de Nationale Plantentuin van Meise. Uit ervaring weet ik dat dit een zeer aangename beurs is, met vooral planten, maar ook met gereedschap, boeken, tuinkunstwerken etc.

Na een geslaagde eerst “evenement” (Bloembol – foto’s hier), vind ik het dan ook normaal dat we er een vervolgje aan breien!

Ons bezoek gaat door op zondag 14 juni. Afspraak aan de inkompoort van de Plantentuin om 13u30

Adres: Nationale Plantentuin (Domein van Bouchout) – Nieuwelaan 38 – 1860 Meise (Brussel, op 4 km van het Atomium)
Kostprijs: Inkomprijs is €8,- – mits we met genoeg zijn, regel ik een groepskorting!

Schrijf je in op de Hobbytuin-wiki!

Het Patatjesproject: Eersteling in een pot

In mijn tuintips had ik een projectje gelanceerd rond zelf patatjes kweken. Ikzelf heb er nu staan in pot op mijn terras. Om het jullie wat makkelijker te maken, volgt hieronder een stap voor stap handleiding!

De pot: Een plastieken pot met een diameter van 35cm. Het zwarte materiaal zorgt ervoor dat de grond sneller opwarmt.
De pot heb ik half gevuld met een mengsel van tuinaarde en wat potgrond/compost.

De pot met grond

Het patatje: In het midden van de aarde ligt mijn patatje. Het had al kleine kiempjes, wat een goed ding is.

Het patatje

Mini-serre: Nadat het plantaardappeltje is afgedekt met een 10cm aarde, heb ik de bodem van een fles water van 5l gesneden, en deze er over gezet. Zo warmt de aarde nog sneller op, blijft het vocht wat langer, ideale omstandigheden om te schieten.

Mini-serre

Nu zijn we eigenlijk 2 weken verder, en heb ik al een mooie aardappelplant. Foto’s volgen!