15 dingen die je moet laten vallen om gelukkig te zijn!

…of 5 zaken die je zeker moet doen om gelukkig te zijn, of 7 zaken die je moet gegeten hebben om…, of misschien 85 drankjes die je moet gedronken/gerookt/gesnoven hebben om…, of waarom geen 12 voorwerpen die je anaal moet ingebracht hebben om gelukkig te zijn?

ik kom tegenwoordig te pas en te onpas blogpost/nieuwsartikels tegen die ons wijzen op zaken die je moet gedaan hebben, of zeker niet moet doen om gelukkig te zijn. Alsof gelukkig zijn kan vervat worden in zaken die je moet/niet mag.

Ik heb er 1 ding op te zeggen:”aaaaaaaaaaaaaaaaaargh!!”

Doe gewoon waar jij jezelf goed bij voelt, wat jij voor jezelf belangrijk vindt, wat voor jou het verschil maakt tussen gelukkig en ongelukkig.
En doe je iets dat wettelijk niet mag, dan merk je het wel…

(inspiratie)

Zonder is gezonder

Pesticiden, je weet wel, die vuiligheid die de boer spuit om zijn gewassen te besproeien en de buurt te vergiftigen. Het is me iets, die pesticiden…
Gisteren moest ik eens hard in mezelf lachen. Er stond een klein artikeltje in de krant, getiteld “Gebruik van pesticiden vanaf 2015 enkel nog na kennistest “ (Lees het artikel hier).

Vanaf 2015 kunnen professionele gebruikers enkel nog producten gebruiken nadat ze de nodige test(s) hebben afgelegd, afhankelijk van het gebruikte product. De FOD Volksgezondheid hoopt zo 60.000 mensen te bereiken. En op die manier ook het sproeimiddelen-gebruik terug te dringen.
Er zijn al de redelijk strenge regels van uit Europa, waardoor in België kleine fruitteelten zoals framboos al geen sproeimiddelen meer mogen gebruiken, nu gaat onze FOD Volksgezondheid er nog een schepje boven op doen. Ook in de bloemisterij is het zoeken naar een product dat 1) nog mag gebruikt worden, 2) effectief ook werkt zoals het hoort.

Ik zie een toekomst voor loonspuiters. Zoals het vroeger gebeurde… Mensen die alle nodige licenties en bewijzen hebben en in loondienst van anderen gaan spuiten. Pro/con? Ik weet het niet goed. Iedereen mag zijn brood verdienen, en om eerlijk te zijn, liefst van al zag ik het gebeuren dat er helemaal geen sproeimiddelen nodig waren, er geen plantenziektes bestonden.

Ik vrees ook dat dit voor vele oudere tuinders en boeren de druppel gaat zijn. Dat ze het voor bekeken houden, want op hun 55 of 60 nog een “examen” gaan doen voor “die van Brussel”, dat gaan ze niet zien zitten. Nee, een boer is baas op zijn eigen erf, en ook al weten we dat dat niet zo is in werkelijkheid, hij wil dat gevoel wel bewaren. Ma bon, dat is natuurlijk koffiedik kijken.

Wat met in dit artikeltje wel zwaar tegen de borst stoot, is het feit dat die 60.000 mensen die de FOD Volksgezondheid hoopt te bereiken, een beetje met de vinger gewezen wordt. Niet open en bloot, maar het is toch weer de boer die moet opdraaien voor sproeimiddelen-gebruik. Terwijl je moet weten dat de boer sproeimiddelen gebruikt om zijn inkomen veilig te stellen, te voorkomen dat ziektes en plagen de bovenhand nemen. Diezelfde boer staat ook in en garant voor de voedselveiligheid (samen met andere diensten natuurlijk). Er zijn strikte regels over het aanleveren van groenten en fruit, er worden controles gedaan, maar vooral, als de boer overdrijft met sproeien, dan brengt hij zichzelf in een benarde situatie. Want als hij teveel onkruidbestrijder gebruikt, dan loopt het gewas op het veld ook groeiachterstand en schade op. Of als de boer niet oplet en een foute uitvloeier gebruikt, dan verbranden de bladeren van de plant, en moet er niet geoogst worden op het einde van de groei.

Een boer en tuinder let op met sproeimiddelen gebruik. Want elke centiliter product teveel is x aantal euro’s weggegooid, euro’s die op het einde van de rekening mss wel het verschil maken tussen + of -. Ze letten op met sproeimiddelen want zij zijn de eersten die er mee te maken krijgen als er vergiftiging plaatsvind. Zij zitten of staan op soms minder dan een meter van de sproeikop die het gif in het rond spuit. Zij worden ook ziek als er foute producten worden gebruikt.
Voor de land- en tuinbouwers is een goeie bewustmakingscampagne van belang. Zodat ze de juiste PBMs (Persoonlijke BeschermingsMiddelen) gebruiken, zodat ze hun traktor met koolstoffilter gebruiken om te sproeien in plaats van diene ouwe tsjoeker zonder cabine. Ikzelf ben ooit zwaar vergiftigd geweest doordat ik geen handschoenen gebruikte, en bij elke sproeibeurt ik via modder op mijn handen gif langs mijn huid binnen kreeg. Had ik toen in “Het Landbouwleven” of “Boer & Tuinder” gelezen over PBMs en opletten, dan had ik ook wel rubberen handschoenen aan gedaan.

Volgens mij zit het grote probleem qua sproeistoffen-gebruik bij de particulieren. Boeren en tuinders hebben al regels, en er komen er nog bij. Gemeentebesturen mogen nog tot 2014 herbicides gebruiken, en vanaf dan mag er enkel nog op alternatieve wijze aan onkruidbestrijding gedaan worden. Maar Jan met de pet kan de eerste de beste tuinzaak binnen lopen, een of meerdere flessen uit het rek nemen, afrekenen en zijn tuin/buurt gaan vergiftigen.
Toen ik nog thuis woonde, woonde er een koppel naast ons, redelijk kleinburgerlijk en bekrompen. Meneer was de eerste om pissig te doen als een van de boeren die land hadden in onze buurt passeerde met zijn sproeier. Ik heb hem zelfs eens woedend het veld zien instormen om een boer van zijn tractor te sleuren want die boer had zijn dochter vergiftigd met zijn smeerlapperij. Mevrouw stond er bij te knikken en ja te mompelen, en vuiligheid, en t is allemaal iets, en t zijn allemaal de boeren die de wereld om zeep helpen meneer!
Diezelfde buur was ook de man die quasi wekelijks zijn kort geschoren gazon behandelde tegen “vuil gras” en onkruid. En die met de gevleugelde woorden “een klutske meer kan gene kwaad” Roundup mengde met water om heel zijn oprit te besproeien. Niet alleen de plekjes onkruid, maar de hele oprit. En het onkruid dat toch nog durfde wat groen te laten zien, kreeg een kluts kokend water met zout over zich.
Dergelijke mensen vergiftigen ons leefmilieu. Dergelijke mensen kennen we allemaal wel, als het geen nonkel of buur is, is met misschien je eigen pa of grootvader, of herken je jezelf hierin.
Nog belangrijker dan een opleiding en test voor professionele gebruikers, is het onmogelijk maken voor particulieren om pesticiden te gebruiken. Dat zou al een heel grote stap zijn richting een gezonder leefmilieu.

Dat Groen daar maar eens een punt van maakt…

Geen hout verbranden bij smog.

Door werktuigendagen (originally posted to Flickr as 1DM38459) [CC-BY-SA-2.0 (http://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.0)], via Wikimedia CommonsOns aller minister Joke Schauvliege heeft nog eens iets gelanceerd… Na de 100dB-limiet, de versoepeling van de vossenjacht, Matthias “Schoenmakers” Schoenaerts, vragen aan Isolde Lasoen of ze soms ook wel eens naar een DAAN-optreden gaat, het op de helling zetten van cultuur-subsidies, heeft ze het deze keer in haar hoofd gehaald om het verbranden van biomassa bij smog te verbieden. Hoe heb ik dit over het hoofd gezien?

Ik herhaal nog even…

In Vlarem zal een stookverbod voor vaste brandstoffen tijdens officiële smogepisodes opgenomen worden, en er komt een verbod op de verbranding van biomassa-afval in tuinen en natuurgebieden.

Dit is wat er staat in het Luchtkwaliteitsplan. Dit plan is zonder al te veel lawaai (Hebt ge hem? Minder dan dB. Hebt ge hem?) goedgekeurd op 30 maart van dit jaar. Behalve het stookverbod van vaste brandstoffen zijn er ook regels voor wegverkeer ( afremmen van verdieseling, vrachtverkeer belasten met kilometerheffing, algemeen verbteren), watertransport, industrie, landbouw en verwarming.
Ik heb een mening over ongeveer elk aangehaald punt, maar vandaag beperk ik mij even tot het biomassa-verhaal…

Een stookverbod voor vaste brandstoffen tijdens officiële smogepisodes is ronduit dom.
Laat ons eerst en vooral eens kijken naar het aantal dagen dat er smog-alarm is? In 2011 waren dat er 2 (31 januari, 1 februari, alarm liep af op 2 februari om 6u), in 2010 3 dagen (8-9-10 februari), in 2009 2 (9 en 10 januari).

Gedurende 2 à 3 dagen zouden er dus geen vaste brandstoffen mogen verbrand worden. De impact van deze maatregel is dus quasi 0. Daar tegen over staat wel dat installaties, van klein tot groot, moeten stilgelegd worden, en terug opgestart. Kleine installaties kunnen nog vrij gemakkelijk op en af gezet worden, voor grote installaties is dit iets anders. De installaties moeten op hun gemak op temperatuur gebracht worden, en dit kan, afhankelijk van de installatie enkele uren tot enkele dagen duren (Universiteit Luik, 10MW biomassa-ketel op houtpellets moet bijna 24u opwarmen voor het vermogen mag opgedreven worden). Gedurende de opwarming vindt er slechte verbranding plaats, wat de luchtkwaliteit zeker niet ten goede komt.

Een andere zaak is dat deze ketels draaien op momenten dat het echt nodig is. Bij tuinders omdat anders de planten kapot vriezen, in fabrieken omdat anders de arbeiders kou lijden, in scholen en hospitalen waar kinderen, ouden van dagen, zieken en gewonden waar, voor het goed van deze mensen, zekere temperaturen moeten aangehouden worden. Deze installaties stil leggen op zo’n momenten houdt in dat de warmte op een andere manier moet voorzien worden. Door stookolie te verbranden? Dan zitten we een beetje in een rock & hard place situatie he Joke?

Joke zegt aan het Nieuwsblad “We hebben er alle belang bij om op de kar van de groene economie te springen”. In het artikel heeft ze het onder andere over een evolutie naar verminderd gebruik van fossiele brandstoffen. Zoals daar zijn aardolie en aardgas.
In het Luchtkwaliteitsplan spreekt Minister Schauvliege dan weer over “de overschakeling naar aardgas als brandstof” die moet worden voortgezet. Hoe consequent kan je zijn?

Welke mensen hebben aan dit plan gewerkt? Is er gesproken met mensen uit de sectoren? Zijn er effectief specialisten mee bezig geweest?
Mijn gedacht: mensen die niets kennen van deze zaken, neen en neen.
Een zinnigere invulling van dit plan op gebied van biomassa waren volgende zaken geweest:

  • kwaliteitsnormen voor biomassa (rekening houdend met Ladder van Lansink, historie van het hout, richtlijnen rond recyclage)
  • luchtkwaliteitsnormen volgens gradaties in vermogen van de installaties (verplichte filterinstallaties afhankelijk van brandstof, vermogen)
  • strenge controles

Door deze 3 simpele punten door te voeren zou er niet enkel effect zijn op de smog-alarm-dagen, maar ook tijdens de rest van het jaar. En niet alleen qua uitstoot zou er effect zijn. Door kwaliteitsnormen in te voeren zouden de cowboys geweerd worden uit de biomassa-markt. Op dit ogenblik is biomassa redelijk lucratief, en denkt iedereen die wat afvalhout heeft liggen dat ze goud in hun handen hebben. Mensen met geld starten snel een firmaatje als biomassa-verhandelaar om zo mee op de kar te springen in de hoop big bucks te verdienen, maar handelen vooral in lucht en rommel. Met kwaliteitsnormen zou er een zelfregulerend systeem ontstaan van vraag en aanbod rond waardevolle biomassa.
De luchtkwaliteitsnormen zouden een garantie bieden dat de installaties effectief groen en veilig zijn. Door deze normen zouden we zeker zijn dat biomassa-centrales niet toedragen tot de smog en luchtvervuiling.
Strenge controles op installaties groot en klein, zouden weer wat groene jobs creëren.

Geachte Minister Schauvliege, Beste Joke, volgende keer mag je mij gerust eens bellen als je bezig bent rond biomassa. Misschien kan ik je helpen bij het voorkomen van stommiteiten zoals deze in het Luchtkwaliteitsplan….

 

By the way, in verband met het verbranden van biomassa (groenafval, houtresten) in open ruimtes zoals tuin, groenzone of natuurgebied, hier ben ik wel 100% voor te vinden. Deze vuurtjes brengen luchtvervuiling mee door slechte verbranding, en zorgen voor verlies van waardevolle energie.

Twoggy-walk

Een tijdje geleden ging ik met Kim en Nessa wandelen in Cadzand. Wat een prachtig strand, wat een duinen, en zo hondvriendelijk! Veel aangenamer dan aan onze kust om eerlijk te zijn.
Het was er zo plezant dat we de bedenking maakten dat we het wel moesten delen. Enkele twitter-berichten later groeide het idee om r eens een uitstapje van te maken. Er zitten wel wat hondenmensen op twitter, zowel eigenaars als liefhebbers. En wat is er leuker dan met een hele bende honden en baasjes gaan wandelen?

Dus, er werd gedoodled, er werd geDM’t, gemaild en puntje bij paaltje, volgende zondag is het zo ver.
Op 15 april spreken we af in Cadzand, op de parking in de Vlamingpolderweg voor een leuke strandwandeling met de hondjes (en baasjes).
Wie niet gedoodled heeft maar toch meewil, je mag! Met hond, zonder hond, dat doet er niet toe. Hoe meer zielen hoe meer vreugd 🙂

Concreet:
Wat? Met de hondjes wandelen
Waar? In Cadzand op het strand
Wanneer? Om 13u op 15 april
Afspraak? Op de parking in de Vlamingpolderweg in Cadzand

(TT) – Een afgewerkt insectenhotel

Mijn insectenhotel is af! De werken hebben enkele weken stilgelegen (bouwverlof, vriesverlof, geen-goesting-verlof) maar nu werd het tijd om den bouw af te werken, want de eerste bewoners beginnen in te trekken… (een Lieveheersbeestje en een Rode Spintmijt)

Vorige keer was ik gestopt bij de aanleg van het groendak. Het groendak is nog niet beplant, maar de rest is nu afgewerkt. Naast het reeds gebouwde stuk heb ik nu nog 2 paaltjes in de grond geklopt en terug begonnen met fijn hout op te stapelen. Na het fijne hout heb ik een laag dikker hout voorzien, met een zachte kern en enkele rotte vermolmde stukken.

De dikke stukken hout heb ik gezaagd met een Fiskars boogzaag. Deze heeft een gehard zaagblad en een redelijk ruime betanding waardoor ze ideaal is voor grover zaagwerk.

De fijnere takken heb ik geknipt met de Gardena 8768 takkenschaar die ik geleend heb van de papa. Deze takkenschaar moet zowat de beste zijn die ik al in mijn handen heb gehad. En ik heb al wat takkenscharen in mijn handen gehad… De bek is zo gevormd dat het hout goed naar het aambeeld geleid wordt. Eventueel te dikke takken worden door de vorming van de bek vooraan weggeduwd zodat je gemakkelijk in 2 keer kan knippen. Het was ook opvallend hoe weinig kracht ik moest gebruiken om de takken te knippen…

Op het reeds afgewerkte stuk van mijn insectenhotel komt een groendak met Sedum en Sempervivum, maar het stuk dat ik vandaag heb bijgebouwd heeft een dak van mos en bladresten. Boven op de dikke houtblokken heb ik nog de rest van het fijne snoeisel gelegd en aangedrukt. Hier heb ik wat losse aarde en houtsnippers gestrooid en dan het mos en bladresten die ik uit mijn gazon heb geharkt. Als het mos aanslaat dan zal het dak mooi dichtgroeien, indien niet, dan is er toch een bedekking waar beestjes hun thuis in zullen vinden…

Vwala, afgewerkt hotel. Op de muur achter het hotel heb ik nog “Hotel” geschreven. Dit is gebeurd met mosgraffiti. Om mosgraffiti aan te brengen moet je eerst en vooral mos hebben. Dit meng je met een zelfde hoeveelheid melk in een blender en laat je goed mixen. (Als het mos tot aan de 1l streep komt, vul dan aan met 1l melk…) Dit mengsel breng je dan aan met een verfborstel, en besproei je dagelijks met een plantenspuit (nevelspuit) (Ik heb dit recept ergens op de interwebs gevonden, dus ik weet nog niet of het effectief werkt…)

Weeping house

Vorige week stond er een huis in Antwerpen. ‘Maja,’ denken jullie..’er staan wel meer huizen in Antwerpen!’ Maar dit was een wenend huis. Uhu, een wenend huis. Het weende bittere tranen… Want het was een energieverlindend, eco-unfriendly huis.
Na enkele dagen was het wenende huis omgetoverd in een lachend huis.

Door Axa.
Om reclame te maken voor hun ‘groene lening’.
Een renovatielening met 3 voordelen. Je geniet een voordelig tarief, je kan in sommige gevallen op 15 jaar terug betalen en je kan genieten van optimaal budgetbheer (wat eigenlijk gewoon wil zeggen dat je zelf kan kiezen op welke dag van de maand je de terugbetaling doet.)
Om eerlijk te zijn, ik heb totaal geen ervaring met immobilieën, laat staan met hypotecaire leningen. Ik heb dus ook totaal geen besef wat een voordelig tarief is. Of een normale terugbetaaltijd. Optimaal budgetbeheer klinkt wel aanlokkelijk, ik zou opteren voor elke 32ste dag van de maand.

Ik heb even de simulatie gedaan, er van uitgaand dat ik een oude versleten mazoutketel vervang door een CV-installatie op houtpellets. Zo een ding komt op ongeveer 15000 euro. Terug betalen op 36 maand zou me €448,49,- per maand kosten of €1145,64,- interest na 36 maand.
Lijkt me een faire deal. Ik voel me wel aangetrokken.
Spijtig genoeg heb ik geen eigen huis, en mijn huisbaas overtuigen om zijn oude versleten mazoutketel te vervangen is ook niet echt een optie.

Ik kreeg ook een persbericht toegstuurd van Axa over deze lening. En zoals jullie weten ligt het onderwerp “groen” mij nogal nauw aan het hart.
Het feit dat er specifiek leningen zijn om groene, ecologische verbouwingen en renovaties te ondersteunen vind ik leuk.
Wat me een beetje een wrange smaak in mijn mond geeft, zijn de statistieken die bij deze lening horen. Zo zijn 80% van de renovatieleningen groene renovaties (OK), 70% van de renoveerders zijn 40+ers (das minder maar bon) en wordt de lening het meeste gebruikt om zonnepanelen te leggen (niet OK).
Wat ik zelf al dacht wordt bevestigd in het persbericht. Jonge mensen hebben het geld niet om groene renovaties te doen. Terwijl het net zij zijn die er het meeste kunnen uit halen.
En het geld wordt geleend om overdreven gesubsidieerde, ondermaats renderende “groene” zonnepanelen te leggen.
Afbetalen op 10 of misschien 15 jaar terwijl de terugverdientijd van zo’n dingen geen 5 jaar is, lijkt me vreemd.
Maar bon, er wordt ook geld geleend voor isolatie, vervangen van CV-installaties etc. En dat is goed.

Heb je zelf verbouw- of renovatieplannen, wil je je versleten CV-installatie vervangen, wil je dubbel glas of extra isolatie, check dan eens op de Axa lening simulator.
Wil je zonnepanelen leggen, denk dan nog heel lang en hard na.

Een eigen mening, en die verkondigen

Ow joh! De #wijvenweek post gaat vandaag over een eigen mening hebben! Een serieus onderwerp en alles.

Iedereen heeft een eigen mening, over vanalles en nog wat. Vroeger deelde ik die mening ook te pas en te onpas. Ik had over alles een mening, mijn gedacht. En dan kon ik in discussies mensen doodslagen met feiten en cijfers. Dan deed ik opzoekwerk, verdiepte mij in onderwerpen en als ik wist dat ik gelijk had, gaf ik ook niet op in discussies.
Als bleek dat ik ongelijk had, dat mijn mening niet strookte met de werkelijkheid, dan durfde ik openlijk mijn mening ook herzien.

Die tijd is lang voorbij. Ik verdiep me niet meer in vanalles en nog wat. Hoe dat komt? Wel, iets te veel in nutteloze discussies tijd gestoken, iets te veel door dergelijke discussies een wrange nasmaak gehad aan wat een leuk avondje op café had kunnen zijn, iets teveel ongewild met mijn mening anderen gekwetst.

Nu beperk ik mij tot zaken die mij echt boeien, zoals biomassa, of zaken die eerder heel subjectief zijn, zoals het al dan niet krijgen van kinderen.
Dingen die mij echt boeien, daar moet ik geen moeite voor doen om er heel veel over te weten. Mijn verstand slorpt die gegevens gewoon op als een spons.
Subjectieve zaken geven me dan weer de vrijheid om over iets een mening te hebben die helemaal niet hoeft te stroken met die van iemand anders. Ik denk er het mijne van, laat die andere het zijne/hare maar van denken.

Het idee van al dan niet kinderen te krijgen is zo’n ‘hot topic‘, dat trouwens mooi past in het rijtje huisje-boompje-kindje.
Gelukkig of gewoon tevreden zijn, elk bepaalt zijn grens daarin. En niemand heeft zich daar verder mee te bemoeien.

Dit is een blogpost voor de Wijvenweek.

Wijvenweek: Een klein pleziertje, en dan….

Vandaag gaan we het hier eens, #wijvenweek-gewijs, hebben over zo van die kleine pleziertjes die achteraf toch eigenlijk niet zo plezant zijn.
Al moet ik daar hard over nadenken. Want sommige dingen vind ik wel passen, maar dan zie ik rondom mij iedereen wel eens een dutje doen bijvoorbeeld.
Een dutje doen is toch een klein plezierke he? Thuis komen van het werk, en dan snel effe een tukje onder het donsdeken. Een aflevering of 2-3 van Friends opzetten, en ogen dicht houden. Ik ken de afleveringen toch van buiten… Als ik de dialoog hoor zie ik de beelden zo op mijn netvlies passeren.
Als ik dan een klein uurtje later terug fris ben, dan voel ik me ook schuldig, want dat uurtje had ik nuttig kunnen besteden. Alhoewel…. kans is klein dat ik dat ook effectief zou doen. Want die afwas, dat is geen uur werk, en snel eens me de stofzuiger rond gaan ook niet.
Van Friends gesproken, dat is toch ook een klein guilty pleasureken. De serie is ondertussen 18 jaar oud (de eerste reeks he…) en ik kijk er nog altijd naar. Ik ken ze van buiten, en toch, ik kan er naar blijven kijken. En dan voel ik mij wel eens schuldig, omdat ik die nieuwere, jongere reeksen die misschien grappiger, sexier of beter zijn, eigenlijk geen kans geef…

Maar op dit ogenblik met stip op 1 is toch wel mijn relax-sigaretje. Ik ben al een hele tijd bezig met stoppen met roken moet je weten.
Ik was gestopt, maar door situaties op mijn vorig werk was ik terug begonnen. Stress verviel op het moment dat ik een sigaret op stak. Tijdens de werkuren rookte ik niet. ‘s Avonds thuis, of op café, daar, dan rookte ik. Omwille van de stress overdag.
Vroeger rookte ik tja, waarom…? Maar nu kon ik er echt een vinger op leggen. Stress was de schuldige.
Ik deed een 2tal dagen met een pakje.
Omwille van situaties viel de nood om te roken plots weg. Of liever, de stress. Want plots had ik geen werk meer, plotser dan gepland in alle geval.
En ik stopte. Ik voelde de nood niet, had soms wel eens een kriebel, maar toch, van de ene dag op de andere rookte ik niet meer.
Sinds enkele weken is dat echter terug veranderd. Nu doe ik een week of langer met een pakje, want het is echt genieten. De sigaret opsteken en de eerste trekken toch.
Want dan komt het. Dat gevoel.
Bon, stel je effe voor…. ik kom dus thuis van het werken, geef de kat een knuffel en wat eten, trek de venster open en nestel me op de vensterbank. Met een cola in de ene hand en een sigaret in de andere overpeins ik mijn dag, mijmer wat, en halverwege vervagen mijn mijmeringen en begint mijn geweten te knagen. Over hoe slecht die dingen zijn, over hoe mottig ik mij voel, over hoe duur die zaken zijn. En dan wordt niet veel later de sigaret gedoofd, en voel ik mij nog effe slecht en mottig.
Enkele uren later herhaalt dit geheel zich nog eens, maar met een biertje in plaats van met een cola.

Oja, nog een ander klein pleziertje met een schaamkantje aan… Onnozel dansen op leuke muziek als ik denk dat niemand mij kan zien. En dan daarna denken aan de mensen die mij wel zouden kunnen zien.

En eigenlijk valt Schadenfruede ook wel onder Guilty pleasure he? Wat kan ik ongelooflijk genieten van zo’n mensen die in het verkeer vlug vlug overal moeten tussen kruipen, je niet laten ritsen in de file, je voorbij steken tegen 100 waar je 70 mag etc. Uiteindelijk sta ik toch achter hun aan het zelfde rode licht. En dan grinnik eens, zing mee met de radio en geniet van het moment.

Dit is een blogpost voor de Wijvenweek.

Acht op tien biomassacentrales zijn vervuilend.

En dat verbaast mij niks! Als trouwe lezers van mijn blog en tweets weten jullie dat ik een fervent aanhanger ben van biomassa als groene brandstof en als groene basisgrondstof voor vele producten. (Hier kan je al mijn blogposts lezen ivm biomassa…)
Toen ik deze namiddag het radionieuws hoorde openen met het bericht “8 op 10 biomassacentrales zijn vervuilend.” viel ik niet echt uit de lucht. Ik heb de afgelopen maanden en jaren al redelijk wat gezien namelijk…

Zo was er het verhaal van de tomatenkweker die stookte op gratis hout dat hij kreeg van iemand die afbraakwerken deed. En de partijen zuiver A-hout dat geleverd werden en eigenlijk partijen afvalhout met plastic waren. Goed dat mijn ex-werkgever zelf strenge controles uitvoerde, of dat “zuiver A-hout” was ook verbrand geweest.

Gans dat gedoe rond biomassa is eigenlijk redelijk kort samen te vatten.
Zuiver, goed hout wordt bestempeld als (groen-)afval door OVAM, en moet verwerkt worden in een bij VLACO aangesloten composteerinstallatie.
Het goede hout dat niet als afval wordt bestempeld (stammen, kruinhout) moet terecht komen bij een vezelplaatfabriek, papierfabriek of een andere sector aangesloten bij Fedustria.
Installaties die zuiver hout verbranden hebben geen recht op groenestroomcertificaten (GSC).
Installaties die afvalhout of houtpellets verbranden hebben wel recht op GSC.

De biomassa-installaties in Vlaanderen zijn op te delen in 2 groepen. Een eerste groep die warmte en elektriciteit maakt, waar de GSC dus van belang zijn, en een 2de groep waar enkel warmte gemaakt wordt om bvb serres mee te verwarmen. Voor deze 2de groep is het gegeven GSC van geen tel, maar telt wel de kostprijs van de brandstof.
De eerste groep moet dus sowieso beroep doen op afvalhout (Pellets worden qua brandstof enkel gebruikt in centrales gerund of beheerd door Electrabel, voor normale installaties is deze brandstof veel te duur).
De 2de groep van installaties probeert de kostprijs van hun productie (groenten, bloemen,…) zo laag mogelijk te houden, en zijn dus gevoelig voor het gegeven “goedkoop” of “gratis”. De tuinaanlegger mag zijn paar containers gehakseld hout wel komen afkappen, en de firma gespecialiseerd in afbraakwerken heeft ook nog wat hout liggen. Van waar dat hout komt of hoe het behandeld is zal in veel gevallen de ontvanger worst wezen. Dat de installatie niet geschikt is om dergelijk (verontreinigd) hout te verbranden is dikwijls zelfs niet geweten. Dat de brandstof gratis is, dat is wat van tel is. En op de eindfactuur kan dat bedrag zwaar doorwegen…

Je moet weten, biomassa is een noemer die vele ladingen dekt. Biomassa is wat er rest op het veld na de oogst, bermmaaisel, (afval)hout, Miscanthus, Bamboe, olijfpulp, druivenpitten,….
In Vlaanderen echter blijft biomassa beperkt tot hout en houtafval.
En net daar knelt het schoentje.
Eerst werden er GSC uitgereikt aan alle producenten van groene stroom. Omdat de producenten van groene stroom uit biomassa meer geld konden bieden voor houtchips en stamhout dan de papier- en vezelplaatfabrieken verkleinde de aanvoer naar deze fabrieken en steeg de aanvoer bij biomassa-centrales. Fedustria ging aan de alarmbel hangen en plots werden de regels aangepast. Vers hout, of het nu stamhout of kruinhout was, leverde geen GSC meer op. De aanvoer van vers hout viel dus stil.
Tuinaanleggers, boombedrijven en biomassatraders hadden wel geld geroken… Snoeihout en stronken die in containers terecht kwamen voor compostering werden plots verkleind om als biomassa te dienen. En daar kwamen OVAM en VLACO om effe te melden dat alle groenafval dat aangevoerd werd op een containerpark of composteerinstallatie ook effectief tot compost diende verwerkt te worden.
Blijven nog over als brandstof: afvalhout, hout uit korte omloop aanplantingen en houtpellets (die wel mogen geperst worden van verse chips…)

Om een idee te geven van het potentieel aan energie dat zo door OVAM/VLACO wordt afgebogen, de intercommunale Haviland haalde in 2010 3485 ton gemengd groenafval op via hun containerparken. Als we de regel aanhouden dat 1/3de van dit groenafval houtachtig van structuur is, dan is dat 1161,6 ton of 16262,4GJ of 4 520 MWh (3.89MWh – 14GJ/ton voor hout) die jaarlijks tot compost verwerkt wordt.

Afvalhout is onder te brengen in A-hout (zuiver, onbehandeld hout zoals paletten, verpakkingshout), B-hout (sloophout, behandeling zoals verven, vernissen, gedrenkt etc ondergaan) en C-hout (zwaar verontreinigd hout zoals treinbielzen of met creosoot/carbolineum-olie behandeld hout).
A-hout is zuiver, en kan zo verbrand worden.
De miserie begint met B-hout.
Kijk rondom jezelf, kijk nu terug naar je scherm, kijk naar je bureau, kijk nu terug naar je scherm. Zie je hoeveel hout er rondom jou verwerkt is? Deuren, bureau, stoelen, keukens, badkamers, trappen, rolluikkasten, Ikea-spulletjes etc. De merendeel van die dingen bestaan uit vezelplaat of spaanderplaat. Houtspaanders of vezels gelijmd en geperst tot een houtplaat, overtrokken met een fijn laagje gelakt fineer of plastic.
Bedenk nu dat dergelijke zaken op een grote hoop liggen. Samen met nog wat resten van het grof huisvuil waarmee het is opgehaald. En dat dat door een machine gaat die van deze berg een hoop vermalen materiaal maakt. Ijzer en andere metalen worden er uit gehaald met een magneet, aluminium is niet magnetisch en blijft achter in de hoop. (Hoe dat er uit ziet, kan je hier zien) Plastic wordt met een windshifter uit het geshredderd materiaal gezogen, behalve de plastic die vastplakt aan de vezelplaat. Wat na de verkleining en uitzeving rest is een hoop gelijmde houtspaanders en vezels met plastic tussen, verontreinigd met allerhande producten om verval tegen te gaan (methylbromide, allerlei insecticiden en fungiciden). Deze hoop krijgt ook de stempel biomassa, en verdwijnt in de verbrandingsinstallaties.
Verbrandingsinstallaties die dikwijls niet voorzien zijn op de schadelijke stoffen in de rookgassen, en geen (elektronen)filters hebben om chloor, dioxines en andere stoffen uit te filteren.

Moest er in dit landje wat meer nagedacht worden voor er beslissingen genomen worden, en wat meer experten gehoord worden in plaats van achter de feiten aan te hollen, we zouden al veel verder staan.
Mijn tips voor de heren en dames politiekers:
Maak duidelijke regels en controleer deze. Geef de biomassa-verbruikers toegang tot het groenafval dat nu tot compost verwerkt wordt. Besef dat biomassa meer is dan hout(-afval).

Deze blogpost is er eentje over gevoelige materie. Het is te zeggen, de regels en wetgeving is zo onduidelijk en ontoereikend dat ik soms kort door de bocht ga. Voor specifieke regels kan je de Vlaamse Overheid contacteren (good luck, ik wacht ondertussen bijna 2 maand op antwoord van Kabinet Van den Bossche), OVAM voor regels in verband met transport, verwerking en nuttige aanwending van afvalstoffen, VLACO voor de regels die groenafval aangaan,…

En oh ja, geachte heer Sanctorum….

“Vooral N-VA, CD&V en Open Vld pleiten steeds meer voor biomassa als ‘kostenefficiënt alternatief’ om de CO2-reductiedoelen te halen. Er is nochtans duidelijk een probleem met dat alternatief om fossiele brandstoffen te vervangen.”

Dit is een quote uit het artikel op de website van De Morgen. U als parlementslid van Groen zou beter moeten weten. U zou moeten weten dat de enige, op dit ogenblik doeltreffende en constante vorm van groene energie, biomassa en biogas is. Dat de andere grote partijen zoals N-VA, CD&V en O-VLD pleiten voor biomassa zou u net tot blijdschap moeten stemmen.

“Biogas en biomassa –zoals hout– zijn de belangrijkste bronnen voor groene stroom, zij het vooral dankzij aanvoer uit het buitenland.”

Dit is een quote uit uw stuk (“Gebrek aan politieke daadkracht nekt groene stroom”) op groen.be gepost op 8 februari dit jaar.
Dat is een beetje snel van richting veranderen voor iemand/een partij die anderen daarvoor graag met de vinger wijst he?

Wijvenweek: Beautyqueen in het diepst van mijn gedachten

Ik ben niet bepaald een beautyqueen. Mijn ochtendritueel bestaat er meestal uit om tot de laatste minuut in mijn bed te liggen, snel te douchen en dan de deur uit.

Maar soms is het anders. Soms wil ik mij ook eens mooi maken 🙂
Niet dat ik hier schmink heb staan of zo he. Maar wel enkele mannelijke productjes om mijn huid te verzorgen en wat speciale zeepjes en gels uit de Lush.

Onder de douche ben ik redelijk zot van Lush-productjes. Zo heb ik Woosh (een jellie), Flying Fox (douchegel), Karma Comba (shampoo-blokje), Snow Fairy (douche gel en zeep, die heerlijk naar cuberdonskes ruikt) en een assortiment zeepblokjes.
Het leuke aan verschillende producten onder mijn douche te hebben is de keuze. Afhankelijk van mijn humeur kan ik kiezen tussen kruidig, fruitig, snoepjes, gellies, harde zeep, douchegel.
Qua haarverzorging zwoor ik vroeger bij het dagelijks wassen met een of andere shampoo. En daarna gel erin, of wax. Die tijd is voorbij. Nadat mijn haar in redelijk slechte staat was, en de kapper mij de raad gaf om vooral met zuiver water te spoelen, en wassen met shampoo te beperken tot 1 keer in de week was ik eerst overgeschakeld op Fructis shampoo. Nadat ik Karma Comba heb ontdekt dankzij mijn zus en Mart, wil ik niks anders meer. Of het moet een andere shampoo-blok zijn van de Lush 🙂

Enkele jaren geleden ben ik ook begonnen met mijn huid te verzorgen. Dankzij een vriend die bij L’Oreal werkte kreeg ik enkele staaltjes van de nieuwe lijn “L’Oreal for Men” (Waar Hugh ‘Dr House’ Laurie nu reclame voor maakt).
Het idee dat ik zalfjes en cremekes zou gaan gebruiken leek me neig onnozel, tot ik op een avond me niet helemaal lekker voelde, en toch een pintje wou gaan drinken. Ik zag er moe uit, mijn huid glom van de vettigheid, ik was geen “sight for sore eyes”…
Ik weet nog hoe ik in mijn badkamertje in Asse de eerste keer Pure&Mat gebruikte. Op elke kaak een klein puntje, op mijn voorhoofd een streepje. Goed inmasseren, en mijn huid was niet meer vettig! Nope, mat, fris, weg vermoeidheid.
Mijn wallen kregen een streepje Hydra Energetic Anti-wallen. En inderdaad, weg waren ze!
I felt pretty, oh so pretty.
Een goeie egoboost, zo’n productjes.

Ik ben geen beautyqueen met een dagelijks ritueel, maar ik geniet wel af en toe van mezelf eens te soigneren.

Dit is een blogpost voor de Wijvenweek.